Hoofdstuk zes
==
Nu
==
Lexi zat kaarsrecht op de harde leren stoel tegenover Larry Larson, de advocaat van haar vader. Het papieren zakdoekje dat ze had meegenomen, voor het geval ze moest huilen, was inmiddels een vochtige, gescheurde prop, en ze hield hem in haar gebalde hand omdat er geen afvalbak in de buurt was.
‘Je klonk alsof deze afspraak dringend was,’ zei ze tegen Larry. Ze was net gaan zitten en vroeg zich af hoe dringend het kon zijn. Haar vader was er niet meer; hij was bijna drie weken geleden overleden aan alvleesklierkanker. Vanaf dat verschrikkelijke moment, toen Lexi had gezien hoe hij voor de laatste keer zijn ogen dichtdeed en nog één keer moeizaam ademhaalde, had ze het gevoel dat niets er echt toe deed. Ze was als verdoofd.
Ze was alleen.
Wat kon er op dit moment in vredesnaam dringend zijn?
Larry had geen haast om haar op de hoogte te brengen. ‘Wil je iets drinken? Koffie? Cola? Een biertje misschien?’ Zijn hand hing boven de intercomknop en Lexi kreeg het gevoel dat zijn secretaresse, Ellen, klaarstond om aan te komen rennen met een selectie van wat hij allemaal had opgesomd.
‘Nee, dank je.’ Er klopte iets niet. ‘Waarom ben ik hier?’
‘Michelle heeft me in de arm genomen om de zaken rond de nalatenschap te regelen,’ zei Larry terwijl hij achteroverleunde en diep ademhaalde alsof het gewicht van de wereld op zijn schouders rustte.
‘Je bedoelt dat mijn váder je in de arm heeft genomen,’ corrigeerde Lexi hem. Het was moeilijk genoeg dat ze de rest van haar leven met die bitch opgescheept zat, maar ze zou niemand laten doen alsof Alexander Henderson en Michelle onderling verwisselbaar waren.
‘Alexis, je vader en ik hebben jarenlang een uitstekende band met elkaar gehad, en dat is niet overgegaan toen ik zijn belangen voor hem ben gaan behartigen. Ik kan me nog heel goed herinneren dat jij werd geboren.’ Hij pakte een sigaar van zijn bureau en kauwde op het uiteinde. Hij stak ze nooit op. ‘Ik heb hem nog nooit zo gelukkig gezien, zelfs niet op zijn trouwdag.’
Lexi voelde de tranen in haar ogen branden en keek in het rond om te zien of Larry ergens zakdoekjes had. Het enige dat ze zag was een mahoniehouten doos met houtsnijwerk die een zakdoekjeshouder had kunnen zijn, maar waar net zo goed sigaren in konden zitten. Ze keek naar het plafond, in de hoop dat de tranen zouden verdwijnen voordat ze de kleine prop die ze in haar hand had tevoorschijn moest halen. ‘Dank je, Larry. Dat waardeer ik.’
‘Mijn wettelijke verplichting aan je vader eindigt met het uitvoeren van zijn testament.’
Lexi knikte en slikte hard. ‘Wanneer is dat gebeurd?’
Hij boog naar voren en de stoel kreunde onder zijn gewicht. ‘Op een paar kleine details na is het klaar, Alexis. Het testament was betrekkelijk simpel.’
‘O.’ Ze was in de war. Er waren allemaal termen die ze moest proberen te begrijpen. Overdrachtsakten, volmachten, allerlei financiële zaken waaraan ze niet wilde denken, maar die onvermijdelijk waren. Hoewel ze zelf nooit iets te maken had gehad met de financiële kant, wist ze dat de nalatenschap miljoenen dollars waard was. Ze moest in elk geval een financieel adviseur zoeken.
Haar eerste gedachte was om het haar vader te vragen.
Haar tweede gedachte, degene waarvan ze wist dat die haar nog een heel lange tijd telkens opnieuw zou verbazen, was dat dat niet kon. Ze kon hem nooit meer iets vragen.
‘Wat moet ik weten?’ vroeg ze terwijl haar hele lichaam gespannen was.
‘Hij heeft alles aan Michelle nagelaten, Alexis.’
Ze knikte, maar nam de woorden niet in zich op. ‘Ik wist natuurlijk dat ze iets zou krijgen.’
‘Je snapt me niet.’ Larry’s gezicht werd rood en hij schraapte zijn keel. ‘Hij heeft alles aan Michelle nagelaten. Begrijp je wat dat betekent?’
‘Ik... denk het niet.’ Het klónk alsof hij zei dat haar vader haar niets had nagelaten, dat álles naar Michelle ging, maar dat kon onmogelijk waar zijn.
Haar vader en zij waren niet aanhálig geweest, maar hij was alles wat ze had gehad, en ze wist dat hij op zijn manier van haar had gehouden. Het was onmogelijk dat hij haar zonder geld zou achterlaten.
Ze glimlachte aarzelend. De angst borrelde diep vanbinnen in haar op. ‘Ik denk dat je met me moet praten alsof je het tegen een zesjarige hebt.’
‘In je vaders testament wordt niets aan jou nagelaten. Geen geld, geen onroerend goed, geen investeringen. Hij heeft zijn hele bezit, met andere woorden al zijn aardse bezittingen, aan Michelle nagelaten, met het geschreven verzoek dat zij het tussen jou en haar mag verdelen zoals haar dat goeddunkt.’
‘O...’
‘Wat betekent dat ze kan doen wat ze wil. Ze is wettelijk niet verplicht om iets voor je te doen.’ Zijn woorden vielen als zware stenen in een lawine. ‘Omdat zij en je vader nooit kinderen hebben gekregen, neem ik aan dat hij dacht dat Michelle en jij hierdoor een band zouden krijgen.’
Lexi snoof.
‘Interessant, dat is nagenoeg dezelfde reactie als ik van Michelle kreeg.’
Lexi was niet zo onnozel dat ze dat niet begreep. ‘Hoe dúrft ze! Mijn god, ze heeft jarenlang mijn vaders geld, mijn moeders spullen, míjn spullen ingepikt! Ze heeft sieraden verkocht en het geld weggesluisd, en mijn vader wist daarvan! Waarom heeft hij alles aan haar nagelaten?’ Het was onvoorstelbaar. Hij was geen seniele oude gek. In elk geval had ze nooit gedacht dat hij dat was.
‘Hij vertrouwde haar,’ zei Larry. ‘In alles.’
‘Met inbegrip van mijn leven. Je zegt dat mijn vader me niets heeft nagelaten in de veronderstelling dat Michelle...’ Ze zocht naar woorden. ‘... zou doen wat rechtvaardig was of zo?’
Larry knikte.
De conclusie was schokkend. ‘En haar reactie daarop was...’ Lexi haalde haar schouders op en snoof net zo minachtend als daarnet, ‘... dat ik pech heb gehad?’
Larry bleef knikken. ‘Bij gebrek aan een betere manier om het onder woorden te brengen, ja. Ik denk dat je de spijker daarmee op zijn kop slaat.’
‘Ze kent me vanaf mijn twaalfde en ze heeft vanaf dat moment geprobeerd me weg te krijgen. Wil je me serieus vertellen dat ze niet van plan is om zelfs een greintje edelmoedigheid te tonen voor de dochter van haar echtgenoot?’
‘Tja...’ Larry rekte het woord uit. ‘Ze hééft je tot eind juni de tijd gegeven om uit het huis te vertrekken.’
De moed zakte Lexi in de schoenen. ‘Dat is nauwelijks voldoende.’ Haar blik ging naar de bureauagenda die voor Larry lag. ‘Iets meer dan een maand om mijn hele leven te verhuizen.’
‘Ze is in die tijd in het buitenland,’ zei Larry alsof hij haar iets cadeau deed. Hij bereikte het eind van zijn slecht-nieuwstoespraak en had hierna ongetwijfeld een prettigere afspraak.
‘Ze zit in het Caraïbisch gebied.’ Lexi had Michelle twéé uur nadat haar vader was gestorven aan de telefoon betrapt tijdens een gesprek met haar reisagent om een reis naar St. John te boeken.
‘Inderdaad. En ze heeft gezegd dat je zonder haar toestemming niets uit het huis mag meenemen.’
Lexi lachte droog. ‘Hoe gaat ze me tegenhouden?’
Larry keek even naar beneden en schraapte zijn keel opnieuw.
Lexi wist wat dat betekende. ‘Jij gaat me dus in de gaten houden.’
Larry ontweek haar ogen. ‘Als je tegen Ellen zegt wanneer je verhuist, dan spreken we in het huis af.’
‘Dat is heel aardig van je, Larry.’ Lexi voelde zich misselijk worden.
Het verraad was enorm. Niet alleen om wat Larry haar aandeed, maar om wat hij haar vader aandeed. Ze wisten allebei heel goed dat Alexander Henderson zijn testament had geschreven met de bedoeling – hoe ernstig verblind hij ook was – dat er voor zijn dochter gezorgd zou worden.
Hij was bijna twintig jaar geleden met Michelle getrouwd, maar tot het eind had hij gehoopt dat Michelle de plaats van Lexi’s moeder Anna zou innemen. Zowel in zijn hart als in dat van Lexi.
Lexi geloofde geen minuut dat hij net zoveel van Michelle had gehouden als van haar moeder. Misschien was dat het probleem. Misschien had Michelle zich al die jaren een tweederangs gezinslid gevoeld.
Ze was echter nooit zo behándeld. In elk geval niet openlijk.
Toch gaf haar dat niet het recht Lexi’s geboorterecht van haar af te pakken! Michelle dwarsboomde haar trouwe, goedhartige echtgenoot net zo goed als ze Lexi dwarsboomde.
Daar had ze het recht niet toe!
Lexi wist niet dat ze het hardop had gezegd voordat Larry haar antwoord gaf.
‘Jawel,’ zei hij. ‘Helaas heeft ze dat recht wel. En...’ Hij wachtte opnieuw en Lexi begon zich te realiseren dat zijn klanten veel geld betaalden voor die eindeloze pauzes. ‘Helaas is het niet anders. Ik stel voor dat je onmiddellijk een nieuwe woning gaat zoeken zodat je voldoende tijd hebt om te verhuizen. En je zult waarschijnlijk werk moeten zoeken.’
Dat was het. Het was zo eenvoudig. ‘Kan ze mijn bankrekening leeghalen?’
Larry schudde zijn hoofd. ‘Dat is het goede nieuws. Alle bezittingen die op jouw naam staan zijn van jou. Aan de andere kant zijn alle schulden en baten op jouw naam ook van jou, hoewel je vader tot nu toe alles betaalde.’
‘Dat klopt.’ Ze had nog nooit een rekening betaald. Ze gebruikte haar creditcards in de winkels en hoefde er verder niet over na te denken.
‘Alexis.’ Hij keek haar betekenisvol aan. ‘Ik stel voor dat je het geld dat je nog hebt belegt, en dat je zo snel mogelijk voor een nieuw inkomen zorgt. Dat kan ik niet genoeg benadrukken. Je moet voorzichtig zijn en sparen.’
‘Maar ik zal iemand anders om advies moeten vragen.’ Lexi keek hem strak aan. Het was het enige dat ze kon doen om niet met haar ogen te rollen. ‘Jij werkt namelijk voor de vijand.’
‘Alexis...’
‘Misschien moet je me mevrouw Henderson noemen, nu we niet meer bevriend zijn. Ik neem tenslotte aan dat je een vriendín niet op zo’n manier behandelt; haar geld afpakken en haar buitensluiten van alles wat ze ooit heeft gekend.’ Haar boosheid groeide met elk woord. ‘Ik realiseer me dat je misschien, heel misschien, niet in staat bent geweest om mijn vader te adviseren zijn testament anders op te stellen. Maar je weet heel goed dat het nooit zijn bedoeling was,’ ze probeerde niet eens een vriendelijker woord te zoeken, ‘dat die bítch me zonder een cent op straat zou zetten.’
‘Dat was volgens mij inderdaad niet zijn bedoeling.’
‘Waarom help je haar dan? Waarom bescherm je haar belangen in plaats van wat loyaliteit te tonen, Larry? Wat vind je van de ethiek ervan? Voel je je daar prettig bij?’ Ze wachtte even en toen hij geen antwoord gaf, drong ze aan. ‘Nou? Is dat zo?’
Hij legde zijn handen tegen elkaar en keek nadenkend. Ze dacht heel even dat ze tot hem doorgedrongen was, tot hij weer begon te praten. ‘Als je geen vragen meer hebt, denk ik dat we dit gesprek moeten beëindigen, en dan zie ik je als je er klaar voor bent om uit het huis te vertrekken.’
Als je geen vragen meer hebt. Wat dacht hij van: Wat voor karakter moet je hebben om het kind van je echtgenoot zoiets aan te doen?
Waarom had haar vader een testament opgesteld waarmee Michelle de macht kreeg om te doen wat goed was voor Lexi terwijl ze niet één keer in haar leven het verlangen had gehad om dat te doen?
Waarom had Larry haar vader zo’n belachelijk testament laten opstellen?
Waarom liet Larry Lexi in de steek terwijl hij haar vanaf haar geboorte kende, zoals hij daarnet had gezegd. Waarom steunde hij Michelle en sloot hij Lexi buiten?
De pijnlijkste vraag van allemaal was echter wat voor soort man met een vrouw trouwde die zijn enige kind zoiets aandeed? Vooral nadat hij zo gelukkig getrouwd was geweest met haar moeder en zoveel van haar had gehouden?
Waarom deed Lexi’s vader haar dit aan?
‘Ik heb geen vragen meer,’ zei ze. Ze stond op en keek hem met een ijskoude blik aan. ‘Behalve een: “Hoe kun je nog slapen?”’
==
Lexi Henderson had nog nooit voor zichzelf hoeven te zorgen, maar dat betekende niet dat ze nooit tegenslagen had gekend, of dat ze niet in staat was om haar problemen het hoofd te bieden, wat ze daarvoor ook moest doen.
Het enige dat ze met absolute zekerheid wist terwijl ze op de negenentwintigste verdieping in de vergulde lift stapte, was dat ze niet ging smeken.
Haar erfenis, haar geboorterecht en de fondsgelden waarvan ze de afgelopen drieëndertig jaar heel comfortabel had geleefd, waren weg. Het was bijna niet te geloven, en toch was het de onomstotelijke waarheid. Ze had daar geen illusies over en geen plannen om een kostbare rechtszaak te beginnen om het testament aan te vechten. Haar vader had een keuze gemaakt – een keuze die zowel krankzinnig als wreed was – en zij kon daar niets aan veranderen.
Ze kon ook niets veranderen aan haar woede of het gevoel dat ze verraden was.
Ze werd in de hal tegengehouden door Benny. Ze kon zich zijn achternaam niet herinneren, maar ze had hem een paar keer bij het bedrijf van haar vader ontmoet. Misschien werkte hij bij Larry’s advocatenkantoor.
‘Lexi Henderson!’ Hij leek opgetogen haar te zien en dat betekende dat hij waarschijnlijk niet voor het advocatenkantoor werkte. Die waren nooit opgetogen als ze iemand tegenkwamen die hun buitensporig hoge voorschotten niet kon betalen. Zelfs tijdens het gesprek met Larry had ze het gevoel gehad dat hij haar wilde lozen.
‘Benny!’ riep ze opgetogen terug, alsof ze precies wist wie hij was. ‘Hoe is het met je?’
‘Goed, dank je. Ik heb het gehoord van je vader. Gecondoleerd.’
Plotseling kreeg ze zonder waarschuwing het gevoel dat ze weer ging huilen, alleen was het dit keer niet van verdriet en eenzaamheid. ‘Dank je. Ik was net bij Larry om de voorwaarden van het testament te bespreken.’ Ze keek oplettend naar hem om te controleren of hij er meer van wist.
Hij fronste echter alleen zijn voorhoofd. ‘Larry Larson?’
‘Ja.’
‘Ik heb gehoord dat hij mevrouw Henderson nu vertegenwoordigt, maar ik realiseerde me niet...’ Hij schraapte zijn keel en veranderde van onderwerp. ‘En wat ga je nu doen, Lexi?’
Ze kon een luchtig antwoord geven en haar penibele situatie verbergen. Dat zou haar vader gewild hebben. Hij was de koning van de stiff upper lip. Ze had vaak gedacht dat hij daarom zo snel nadat Lexi’s moeder was overleden een relatie met Michelle had gekregen. Op die manier zou niemand vermoeden dat hij verdriet had.
Laat je niet kennen, zei haar vaders stem in haar hoofd. Bescherm de eer van de familie.
Vergeet het maar.
‘Ik ben eigenlijk op zoek naar werk.’
‘O?’ Hij keek alsof hij zijn verrassing verborg, en dat deed hij slecht.
Om de een of andere reden irriteerde dat kleine en beleefde, maar onechte gebaar haar. Dit was gewoon weer een voorbeeld van iemand die niet eerlijk tegen haar was, en daar had ze genoeg van.
Ze was boos om wat haar vader had gedaan, en om wat Larry had gedaan, hoewel hij een andere reden had gehad. Hij had haar zonder enige waarschuwing vooraf de koude, harde feiten gepresenteerd en had van haar verwacht dat ze de hand kaarten die ze had gekregen zou oppakken en ermee aan de slag ging.
Goed, dat zou ze doen – ze moest wel – maar ze vond het nog steeds schokkend dat zoveel mensen die ze had vertrouwd haar met succes vanuit een hinderlaag hadden aangevallen. Het maakte haar razend.
‘De situatie is lastig,’ zei ze, waarna ze er drie woorden aan toevoegde waardoor haar vader zich waarschijnlijk omdraaide in zijn graf. ‘In financieel opzicht.’
‘Ja, ja, natuurlijk.’ Benny keek plotseling meelevend. ‘De economie zit in zwaar weer en zonder goed advies kun je alles kwijtraken.’
‘Dat is daarnet min of meer gebeurd.’
Benny keek geschokt.
‘Niet mijn vaders hele nalatenschap, natuurlijk,’ voegde ze er haastig aan toe. ‘Het is alleen...’ Ze wilde het vertellen. Ze wilde de hele wereld vertellen wat een stomme klootzak haar vader was, maar ze kon het niet. ‘Zo voelt het.’
‘Ik begrijp het volkomen.’
‘Er zijn zoveel dingen om over na te denken nu mijn vader er niet meer is.’
Benny knikte. ‘Misschien zelfs meer dan je beseft. Ik wil je heel graag op alle mogelijke manieren helpen. Zoals je weet ben ik financieel adviseur.’
Ze knikte, hoewel ze dat niet had geweten.
‘En ik wil je financiële plannen graag een keer met je bespreken.’
‘Dank je.’ Hij zou dat niet zeggen als hij wist hoe weinig geld ze had.
‘Je weet waar we zitten, nog steeds op de derde verdieping.’ Zijn ogen zwierven rond. Hij zocht duidelijk een reden om hun gesprek te beëindigen.
‘Natuurlijk.’ Ze wist helemaal niet waar zijn kantoor was. Ze wist niets. Ze wist niet wat ze moest doen, behalve zich door middel van een gesprek vastklampen aan Benny en-nog-wat, die eruitzag alsof hij in een brok kauwgom was gestapt dat hij niet van zijn schoen kon krijgen, en die wanhopig graag een eind aan het gesprek wilde maken. Zo gemakkelijk liet ze hem echter niet gaan.
‘Als je hoort dat iemand een geschikte baan voor me heeft, zou ik het op prijs stellen als je me dat laat weten.’
‘Op welke school heb je gezeten? Sarah Lawrence?’
‘Het Maryland Instituut.’
Hij fronste zijn voorhoofd. ‘Dat ken ik niet.’
‘Het is een kunstopleiding. Volledig erkend, uiteraard,’ voegde ze eraan toe, hoewel dat niets betekende voor een man zoals hij. ‘Je krijgt er een gewone opleiding. Bachelor, master.’ Haar stem stierf weg omdat ze niet zeker wist of het mogelijk was om er een doctorstitel te halen.
‘Ik snap het. Tja, ik hou het in gedachten. Ik ben op dit moment zelf niet op zoek naar personeel.’ Hij lachte even. ‘Behalve iemand om mijn huis te schilderen, maar als ik hoor...’
‘Ík kan je huis schilderen!’ Ze had haar opleiding aan het Maryland Instituut weliswaar niet afgemaakt, maar niet omdat ze geen talent had. Ze kon schilderen, ze hield alleen niet van al die schoolse toestanden die bij een opleiding hoorden.
Benny werd rood. ‘Dat lijkt me geen goed idee, Lexi.’
‘Eigenlijk is dat het enige dat ik echt heerlijk vind om te doen, Benny. Ik schilder.’ Ze glimlachte en haalde haar schouders op. ‘Noem me krankzinnig, maar ik vind het rustgevend. Eigenlijk zou je míj dus een plezier doen. En ik wed dat ik minder vraag dan alle schilders met wie je tot nu toe hebt gepraat.’
Benny stopte met vluchtverdrag te vertonen. ‘Echt?’
‘Natuurlijk. Ik zou het geweldig vinden.’
Hij keek weifelend. ‘Heb je het al eerder gedaan?’
Dit was een van die momenten waarop ze door kon modderen met haar nieuwe ongezouten eerlijkheid, of ze kon het eeuwenoude pad van misleiding inslaan om de opdracht te krijgen.
Ze was boos en geschokt en wanhopig, maar ze was niet stom.
‘Natuurlijk. Misschien heb ik zelfs de huizen van je buren gedaan. Waar woon je?’ Ze waagde een gok. ‘McLean?’
‘Potomac.’
‘Nog beter! Ken je de familie Chapman in Belmart? Ik heb hun huis geschilderd.’
Hij leek onder de indruk. ‘Ze hebben het net laten renoveren.’
Ze knikte, hoewel ze de familie Chapman sinds haar zevende, toen ze altijd ging paardrijden met hun zoon, niet meer had gezien. Ze dacht dat ze had gehoord dat ze gescheiden waren. Misschien was er een nieuwe mevrouw Chapman, hoewel dat natuurlijk niet belangrijk was. ‘Ik heb het na de renovatie gedaan.’
Benny keek ernstig geschokt. ‘Ik weet niet wat ik moet zeggen, Lexi. Ik heb hier een heel gek gevoel over...’
‘Dat hoeft echt niet.’
Hij grinnikte. ‘Goed dan.’ Hij haalde een visitekaartje en een pen uit zijn zak en krabbelde iets op de achterkant. ‘Dit is mijn adres. Wat zeg je ervan om zaterdagochtend langs te komen zodat je me er een idee van kunt geven hoeveel het gaat kosten?’
Ze keek op het kaartje. Benjamin Hutchinson. Had ze zijn achternaam ooit geweten? Er ging in elk geval geen belletje rinkelen. Het adres was Alloway Drive 134. Hij woonde inderdaad vlak bij de familie Chapman. Hopelijk kwam dat niet als een boemerang bij haar terug. ‘Ik zorg dat ik er ben. Is negen uur goed?’ Negen uur leek haar heel vroeg, waardoor ze hoopte dat het een goed tijdstip was voor de werkende mensen.
‘Dat is wat aan de late kant,’ zei hij met een frons. ‘Kunnen we er halfacht van maken?’
‘’s Ochtends?’
Hij zweeg even. ‘Ja.’ In de stilte die daarna volgde echode het woord natuurlijk.
‘Prima. Tot zaterdag dan.’
Hij glimlachte en schudde zijn hoofd. ‘Weet je het absoluut zeker? Ik kan me helemaal niet voorstellen dat je schildert.’
‘Dat komt nog wel!’
‘Goed dan. Tot zaterdag.’
‘Halfacht,’ zei ze. ‘’s Ochtends,’ voegde ze er even later aan toe.
==
Lexi ging vol optimisme naar een winkel voor schildersbenodigdheden en sloeg alles in wat ze nodig had om Benny’s huis te schilderen. Doeken, olieverf in alle denkbare kleuren en acrylverf voor de basis. Ze kocht ook een schetsboek en een selectie houtskool en potloden, zodat ze het huis eerst kon schetsen. Bovendien zocht ze een prachtig leren etui voor de potloden uit. Het was heel zacht, maar ook heel praktisch; er pasten veel potloden in, maar het kon toch tot een compact pakketje worden opgevouwen.
Ze kocht ook een portfolio. Eveneens van leer, omdat ze wist dat hij dan nog steeds in een goede conditie zou zijn als ze hem over vijftig jaar tevoorschijn haalde om haar werk aan haar kleinkinderen te laten zien. Een papieren portfolio zou daarentegen allang kapot zijn.
Haar humeur, dat zo was opgevrolijkt door het winkelen, was meteen verpest toen ze thuiskwam. Eigenlijk moest ze ‘in het huis’ denken. Het grote stenen gebouw was niet langer thuis. Het was een gebouw waarin haar vijand woonde, een gebouw waarin ze zich bijzonder onwelkom voelde. De grote, groene gazons waren niet langer een plek van gelukkige herinneringen, zoals zakloopwedstrijden tijdens verjaardagspartijtjes, geïmproviseerde hindernisbanen voor haar pony’s enzovoort. In plaats daarvan was het een verdrietige, spookachtige schaduw van een plek die ze ooit had gekend en waarvan ze had gehouden.
En een plek waar er van haar was gehouden.
Heel lang geleden.
Nu was het een plek waar ze over haar schouder keek, in de hoop dat er niemand achter haar stond die ongeduldig met haar stiletto’s op de glanzende marmeren vloer tikte omdat ze niet kon wachten tot ze eindelijk vertrok.
Lexi legde Beauty and the Beat van The Go-Go’s op haar ouderwetse draaitafel, bij wijze van muzikale begeleiding bij het inpakken. Ze koos de plaat omdat ze zich de Kerstmis herinnerde dat de Kerstman hem aan haar had gegeven.
Het was grappig, maar na twee decennia kende ze nog steeds alle woorden.
Ze hoorde haar moeder in haar hoofd meezingen. Of misschien verbeeldde ze het zich dat haar moeder zong. Misschien was het Belinda Carlisle gewoon.
De automatische arm van haar platenspeler ging telkens omhoog en speelde kant twee een keer of tien voordat ‘This Town’ het dichtplakken van de laatste doos begeleidde. Ze zette een koffer apart voor de kleren die ze onmiddellijk nodig had. Nu Michelle al snel terug zou komen, moest ze klaarstaan om te vertrekken.
Ze startte haar laptop op en surfte naar Craigslist om een huis te zoeken. Hoewel ze wist dat het onwaarschijnlijk was dat ze een huis in deze omgeving kon huren, keek ze daar toch eerst naar. De huizen waren echter heel veel duurder dan ze had verwacht.
Ze schakelde over op huurappartementen en koopflats en was verbaasd dat zelfs die zoveel kostten. Ooit had ze gedacht dat wonen in een huurappartement bedoeld was voor mensen die veel armer waren dan zij.
Eén advertentie trok haar aandacht en ze schreef hem over:
==
te huur: potomac – mooi appartement met dakterras, 2 slaapkamers, volledig ingerichte badkamer + apart toilet, professionele keuken. object is een bezichtiging waard. $3800. 2 maanden aanbetaling.
==
De locatie was goed en twee slaapkamers waren voldoende voor haar. Van een kon ze een atelier maken dat ze tevens kon gebruiken als logeerkamer als er iemand op bezoek kwam. Een badkamer en apart toilet was bescheiden, maar voldoende. Het dakterras klonk fantastisch en een professionele keuken was verstandig, omdat ze nu vaak zelf zou moeten koken in plaats van uit eten te gaan.
Ze belde de makelaar maar kreeg geen antwoord, dus liet ze een berichtje achter waarin ze vroeg hoe snel ze het appartement kon betrekken en wanneer ze het kon bezichtigen.
Ze haatte het om te wachten. Tenminste, dat gold voor de oude Lexi. De nieuwe Lexi moest zich volwassener gedragen. Misschien was ze verwend, maar ze was niet zo stom dat ze zich dat niet realiseerde.
Nu de ‘zaken’ gedaan waren, besloot ze haar vriendin Maribeth te bellen om vanavond uit te gaan in een poging de stress van het echte leven van zich af te schudden. Morgen zou ze haar bankrekening bekijken en hopelijk het appartement bezichtigen. De dag daarna ging ze naar Benny en begon ze aan haar leven als schilderes.
Het was eigenlijk niet zo erg om haar eigen weg te gaan. Als ze eerlijk was had ze dat waarschijnlijk een hele tijd geleden al moeten doen. Het was een goed gevoel om zich te verdiepen in een toekomst waarin ze op zichzelf zou wonen. Hoewel ze alle vrijheid en onafhankelijkheid had gehad die ze wilde, dacht ze dat het een heel prettig gevoel zou zijn om voor zichzelf te zorgen, al was het dan in een veel kleiner huis.
Misschien had Michelle haar uiteindelijk toch een plezier gedaan.
Hoofdstuk zeven
==
Zevenenveertigduizend honderdtwintig dollar en dertien cent.
Dat was alles wat Lexi had.
Het leek veel. Ze kocht gewoonlijk geen spullen die duizend dollar kostten, en ze had zevenenveertig keer duizend dollar.
Hoewel Lexi geen ervaring had met het beheren van haar financiën, was ze geen idioot, en ze realiseerde zich met behulp van een rekenmachine dat haar maandelijkse aankopen waarschijnlijk ongeveer vijftienduizend dollar bedroegen. Dat was exclusief huur of eten.
Ze moest dus duidelijk haar gewoonten aanpassen en veel voorzichtiger worden.
Gelukkig had ze al een opdracht in het verschiet.
Eerst moest ze echter een plek vinden om te wonen. En dat moest een plek zijn die veel minder kostte dan het appartement met dakterras en beperkte sanitaire voorzieningen in Potomac waarvoor ze al een afspraak had gemaakt.
Het was vrijdagmiddag, dus stonden er veel meer advertenties in de krant dan een paar dagen eerder. Helaas was er niets ‘gratis’ of ‘in ruil voor een mooi gezicht’, dus moest ze haar budget herzien.
Ze had eens gehoord dat het verstandig was om een bedrag op de bank te hebben waarmee ze een halfjaar lang de rekeningen kon betalen, en met dat in gedachten rekende ze uit dat ze tot tweeduizend dollar per maand aan huur kon besteden met wat ze op dit moment op de bank had, en dat ze dan twintig maanden lang aan haar betalingsverplichtingen kon voldoen. Dan kon ze het geld dat ze met haar schilderijen verdiende voor incidentele dingen gebruiken.
Met dat in gedachten noteerde ze tien appartementen om tijdens het weekend te bezichtigen. Daarna zocht ze haar spullen bij elkaar voor haar eerste ‘sollicitatie’ op zaterdagochtend.
==
Toen ze zaterdagochtend om vijf voor halfacht bij Benny Hutchinsons huis arriveerde – een wonder waarvoor niemand haar waarschijnlijk een schouderklopje zou geven – was ze gewapend met het schetsboek en de potloden die ze net had aangeschaft. Tenslotte wilde ze professioneel overkomen. Ze was hier om hem een raming van de kosten van de opdracht te geven, en ze wilde niet overkomen als een idioot die dacht dat ze het huis met een Bic-balpen op een blaadje uit een notitieboekje kon tekenen.
Ze had haar nieuwe portfolio ook bij zich, gevuld met oude kunstopdrachten, voornamelijk projecten van school, en een paar schilderijen en tekeningen die ze had gemaakt voordat ze de kunstopleiding ging doen, maar waarvan niemand zou merken dat ze al vijftien jaar oud waren.
Er was geen enkele reden om aan te nemen dat ze niet in staat zou zijn om de draad weer op te pakken.
Ze had wat onderzoek gedaan, met inbegrip van het bellen van een van haar favoriete leraren van school, en had gehoord dat vijfduizend dollar een redelijk bedrag was om te vragen. Met het oog op de nieuwe huizen met de lagere huren waarnaar ze had gekeken, zou ze er meer dan twee maanden huur mee kunnen betalen, dus dat leek perfect.
Ze vroeg zich echt af waarom het niet eerder bij haar was opgekomen om iets met haar talent te gaan doen. Ze had het op school heerlijk gevonden om te schilderen en te tekenen; de verplichte vakken Engels, wiskunde en taalvaardigheden hadden haar de das omgedaan. Om de een of andere reden had ze haar talent genegeerd nadat ze van school af was gegaan. Ze had zelfs al haar schilderspullen weggegooid, waar ze déstijds geen seconde over had nagedacht, maar wat nú een enorme verspilling leek. Daar was echter niets meer aan te doen.
Ze parkeerde haar auto en trok de handrem aan. Ademhalen, zei ze tegen zichzelf, terwijl ze zich de kalmerende yoga-ademhaling herinnerde van de lessen die ze ooit had gevolgd. Je kunt het.
Na een laatste keer diep ademhalen stapte ze uit de auto, liep naar de voordeur en belde één minuut te vroeg aan.
‘Alexis!’ Benny zag er precies hetzelfde uit als toen ze hem op kantoor had gezien. Hij rook zelfs naar dezelfde aftershave. Het was alsof het weekend voor hem niet anders was dan de doordeweekse dagen.
‘Hier ben ik dan,’ zei ze onnozel en met uitgespreide armen, alsof het voor hem net zo verrassend zou zijn als voor iedereen die haar kende dat ze op dit tijdstip voor zijn deur stond.
‘Mooi. Kom binnen.’ Hij deed een stap naar achteren en maakte een uitnodigende, zwaaiende beweging met zijn linkerarm. ‘Ga mee naar de eetkamer, dan laat ik je zien wat er moet gebeuren.’
Die woorden – wat er moet gebeuren – waren de eerste aanwijzing dat er een misverstand was.
Ze moest het huis toch schilderen? Een schilderíj van het huis maken? Waarom moest ze zien wat er gedaan moest worden? Niemand wilde een schilderij van de eetkamer, behalve als ze hun eetkamer geschilderd wilden hebben...
‘We willen hier koloniaal blauw,’ zei Benny terwijl hij in de hal bleef staan. ‘En dat willen we combineren met heel licht botergeel voor de eetkamer.’ Hij liep voor haar uit de eetkamer in en keek verwachtingsvol naar haar reactie.
Zoals altijd was haar eerste reactie om net te doen alsof ze de hele tijd had geweten dat hun afspraak hierover ging. Om te beweren dat ze een schetsboek had meegenomen omdat ze de kamers die ze schilderde van tevoren wilde schetsen. Als ze dat echter deed zou ze de muren inderdaad moeten schilderen. Voor een bedrag waarvan ze geen flauw idee had.
Bovendien zou het onnozel zijn.
Voordat ze iets kon zeggen, begon het begrip op Benny’s gezicht door te dringen. ‘O, nee. Alexis, hebben we elkaar verkeerd begrepen?’ Hij keek naar haar schetsboek en het was alsof er ineens een lichtje ging branden. ‘Dacht je dat de opdracht het schilderen van het húís inhield?’
Hemel, wat wilde ze graag liegen. Ze wilde zeggen dat ze natúúrlijk begreep waarom ze hier was. De impuls om zich aan haar laatste restje waardigheid vast te klampen was overweldigend, maar het had geen zin. Als ze dat nu nog probeerde, zou niemand erin trappen.
Ze knikte zwijgend.
‘Wat spijt me dat.’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Ik had het me moeten realiseren. Echt, Alexis, dit is helemaal mijn fout. Ik vond het al vreemd dat je huizen schilderde maar ik heb er verder niet bij nagedacht.’
‘Het maakt niet uit.’ Ze probeerde te glimlachen. Op dat moment zag ze op de muur achter hem een prachtig vierluik van het huis in alle seizoenen. Ze gebaarde ernaar. ‘Het was dus een goed idee, maar een dat je al had gehad.’ Ze lachte niet overtuigend.
Hij keek even achter zich en richtte zijn aandacht daarna weer op Lexi. ‘Ja... die hebben we een tijd geleden laten maken...’
Lexi knikte. De lucht was zwaar van verlegenheid. ‘Ze zijn mooi. Goed, ik denk dat ik beter kan gaan.’ Ze begon naar de voordeur te lopen. ‘Als je iemand kent, of hoort over iemand die zijn huis wil laten schilderen...’ Ze stopte. ‘Ik bedoel, een schilderij van zijn huis wil laten maken...’ Plotseling begon ze te huilen.
‘Alexis, is alles goed met je?’ vroeg Benny.
‘Nee,’ snikte ze. De waarheid begon ineens uit haar te stromen. ‘Mijn vaders vrouw heeft het beheer over de hele nalatenschap gekregen, met de afspraak dat ze het fatsoenlijk met me zou delen, en ze heeft besloten om alles zelf te houden.’
Benny deed een stap naar achteren. ‘O.’
‘En nu sta ik plotseling in de echte wereld zonder enig gereedschap om er iets van te maken. Ik heb geen baan, geen vaardigheden, geen diploma’s; helemaal niets om op terug te vallen. Ik heb wat op mijn bankrekening staan, maar daar kom ik niet ver mee. Het is absoluut niet voldoende om van te leven tot ik een diploma of zo heb gehaald. Ik weet gewoon niet meer wat ik moet doen.’ Ze keek naar hem. ‘Hoe moet ik het redden?’
‘Hmm.’ Hij keek nadenkend. ‘Ik zou meer details over je financiële situatie moeten weten.’
Ze wist niet of hij er echt naar vroeg, maar ze gaf toch antwoord. ‘Ik heb zevenenveertigduizend dollar en over vier dagen heb ik geen plek meer om te wonen.’
‘Vier dagen!’
Zijn verrassing deed haar goed. Ze was in elk geval niet de enige die dat onredelijk kort vond.
Ze knikte.
‘Je hebt duidelijk een baan nodig.’
Ze keek met een spottende blik naar haar schetsboek. ‘Duidelijk.’
Ze vervloekte haar vader. Niet om het feit dat ze moest werken – ze was zich er heel goed van bewust dat de meeste mensen dat deden – maar omdat ze er op deze manier achter moest komen. Onder deze omstandigheden.
Omstandigheden die met de minuut erger leken te worden.
‘Een normále baan. Met een salaris en secundaire arbeidsvoorwaarden. Weet je of je een zorgverzekering hebt?’
Ze schudde haar hoofd. ‘Het enige dat ik heb is het geld op mijn bankrekening.’
‘En dat is alles? Heeft Larry Larson dat aan je bevestigd?’
Larry Larson had haar dat kleine plezier inderdaad gedaan. Hij had de omvang van haar armoede opgehelderd. ‘Dat is het.’
‘Misschien kun je bij een uitzendbureau gaan werken.’
‘Een uitzendbureau?’
‘Een bedrijf dat op een tijdelijke basis kantoorpersoneel verhuurt. Je werkt een bepaalde tijd voor een bedrijf en gaat dan ergens anders naartoe.’
‘Heb ik daar geen computervaardigheden voor nodig?’
‘Je weet toch wel hoe je sómmige dingen moet doen? Ik neem aan dat je e-mail hebt en dat je wat aan sociaal netwerken hebt gedaan, zoals via Facebook.’
‘Ja.’
‘Dan kun je misschien als receptioniste gaan werken.’ Hij aarzelde en voegde er daarna bijna tegen zichzelf aan toe: ‘Hoewel receptionistes tegenwoordig vaak meer moeten kunnen dan de telefoon aannemen en klanten begroeten.’
‘Ik weet niet wat negentig procent van de programma’s op mijn computer doet.’ Ze dacht even na. ‘Eigenlijk weet ik niet eens zeker of het mijn computer ís.’
Benny keek alsof hij niet wist wat hij moest zeggen. En wat kon hij ook zeggen. Hij was er niet aan gewend om te gaan met mensen die geen geld hadden en ze zou hem nooit kunnen betalen voor zijn advies.
Ze kon het hem niet eens kwalijk nemen.
‘Het spijt me,’ zei ze. ‘Ik denk dat ik moet gaan. Ik heb vandaag al veel te veel van je tijd verspild.’
Benny keek haar een hele tijd aan. ‘Als je dat wilt, kan ik je in elk geval helpen om het begin van een plan te maken.’
‘Je hebt vast andere dingen te doen.’
‘Die zeg ik af.’
‘O, maar ik wil je niet tot last...’
Hij stak zijn hand op om haar te laten zwijgen. ‘Je vader heeft me ooit een dienst bewezen. Als ik je kan helpen, al is het maar een klein beetje, dan doe ik dat graag. Ik weet niet waarom hij zijn testament op deze manier heeft opgesteld, maar ik kan niet geloven dat het zijn bedoeling was dat je op straat zou eindigen.’
==
Twee uur en een telefoontje van Benny naar Larry Larson later hadden Benny en Lexi een volledig overzicht van haar activa. Ze had het geld van haar bankrekening, plus alles wat van haar oma van haar moeders kant was geweest, wat bestond uit een vergane nertsjas die Lexi absoluut niet wilde dragen en een paar schilderijen die zo nodig schoongemaakt moesten worden dat ze eruitzagen als foto’s die ’snachts zonder flitslicht waren gemaakt.
‘Het is niet veel,’ concludeerde Lexi.
‘Alexis, eigenlijk is het meer dan veel mensen hebben...’
Ze wist zeker dat hij normaal gesproken niet voor die mensen werkte.
‘... maar aan de andere kant zijn de meeste mensen op jouw leeftijd niet dakloos en financieel volkomen afgesneden, dus ik snap waarom dit een ijzingwekkend gevoel voor je is.’
Op jouw leeftijd. Het was deprimerend, maar het was een vaststaand feit. ‘Hoelang denk je dat ik het ermee kan redden?’
Benny leunde achterover in zijn stoel. ‘In het gunstigste geval? Stel dat je in staat bent om woonruimte te vinden met een huur tot achthonderd dollar per maand en we aannemen dat de helft van de vaste lasten voor een driekamerappartement...’
‘Waarom de helft?’
‘Omdat je het appartement deelt met een huisgenoot, die de andere helft betaalt.’
‘Ho, waar komt die huisgenoot ineens vandaan? Ik wil geen huisgenoot!’
‘Volgens mij heb je geen andere keus.’ Benny keek haar meelevend aan, waardoor de lijnen rond zijn ogen verzachtten. ‘Ik weet dat het niet ideaal is, maar je moet realistisch zijn, en dat betekent dat iemand van jouw leeftijd...’
Daar was het weer.
‘... die een baan moet zoeken zonder dat ze verkoopbare vaardigheden heeft, niet genoeg verdient om zich een tweekamerappartement in deze stad te veroorloven.’
‘Maar ik heb al dát geld.’ Ze wees naar de rij getallen op het stuk papier dat voor hem lag. ‘Kan ik de huur daar niet mee aanvullen?’
‘Tot wanneer? Tot het verdwenen is? En dan? Dan heb je helemaal geen spaargeld meer. En hoe zou je er dán voor staan?’
‘Ik neem aan dat je gelijk hebt,’ zei ze aarzelend. Ze wist dat hij gelijk had. Ze had geen geld, ze had geen goede opleiding, ze had niet voldoende vaardigheden, maar ze was niet achterlijk.
Ze wílde alleen niet dat hij gelijk had.
‘Alexis.’ Zijn stem was verrassend krachtig. ‘Denk erover na. Stel dat je in dezelfde positie zat als nu, zonder huis en zonder baan, maar dat je geen geld zou hebben?’
‘Ik weet het niet...’
‘Denk erover na. Wees realistisch. Je zou geen plek hebben om naartoe te gaan. In elk geval niet op de lange termijn.’ Hij zuchtte en schudde zijn hoofd. ‘Alexis, je lijkt er geen idee van te hebben hoeveel geluk je hebt dat je bankrekening is ontsnapt aan de uitvoering van het testament. Als je dat geld niet had gehad, zou je over vier dagen letterlijk op straat staan.’
‘Ik heb mijn creditcards nog!’
‘Hoe betaal je die zonder geld?’
Ze wist het niet. ‘Ik kan er geld mee opnemen...’
‘Geld dat je niet kunt terugbetalen. Dat wil zeggen dat ze je kredietfaciliteit al heel snel, en dan hebben we het over maanden, zullen stoppen en dat je het verschuldigde bedrag toch terug moet betalen.’
Ze probeerde te glimlachen. ‘Als ik daarvoor naar de gevangenis moet, dan is het hele probleem van kost en inwoning opgelost.’
‘Ik denk niet dat je dat wilt.’
‘Nee,’ zei ze. ‘Dat wil ik inderdaad niet.’
‘Je mag jezelf dus gelukkig prijzen dat je dat geld hebt. Zet het vast. Raak het niet aan, behalve een paar duizend dollar om je op weg te helpen. Neem een baan, Alexis, elke baan die je kunt krijgen, en zoek een huurwoning die minder dan achthonderd dollar per maand kost. Dat is het beste advies dat ik je kan geven.’
De realiteit van wat hij zei schuurde aan de oppervlakte van haar zenuwen en ze begon zich steeds gedeprimeerder te voelen. ‘Je meent het dus echt. Ik moet een huisgenoot nemen.’
Hij knikte. ‘Minstens een. Met jouw budget moet je misschien zelfs een groepswoning overwegen.’
Het was een afgrijselijk vooruitzicht. Een stel vriendinnen van het Maryland Instituut hadden samen een haveloos victoriaans huis in Pratt Street gehuurd. De kamers roken raar, de vloeren waren kromgetrokken en de badkamer en keuken waren te smerig om voor badkamer en keuken in aanmerking te komen.
‘Ik snap het.’
‘Kijk in de advertenties onder “gedeelde woonruimte”,’ ging Benny iets vriendelijker verder. ‘Hoe minder je betaalt, des te meer kun je sparen en des te waarschijnlijker is het dat je appeltje voor de dorst uitgroeit tot een comfortabel pensioen.’
‘Op welke termijn?’ vroeg ze hoopvol.
‘Een jaar of vijfendertig.’
Ze keek hem aan. ‘En dit is echt de waarheid?’
Hij keek terug en knikte. ‘Het is de waarheid. Het is geen denkbeeld van een elitaire financiële adviseur. Het zijn de feiten, volgens een man die tijdens zijn universitaire opleiding en de twee jaar daarna een huis moest delen met zes anderen.’ Terwijl hij dat zei, voelde ze hoe de angst door haar heen schoot. Hij wist precies waarover hij praatte. Het was de zuivere waarheid en hij wond er geen doekjes om.
‘Achthonderd dollar per maand,’ herhaalde ze.
‘Of minder, als dat mogelijk is.’ Hij glimlachte vriendelijk naar haar, maar het was duidelijk dat hij klaar was met zijn pro bono-advies. ‘Wees heel voorzichtig met je geld, Alexis. Geef zo weinig mogelijk uit en spaar zoveel mogelijk. Geloof me.’
==
Alsof het allemaal niet moeilijk genoeg was stond er, toen Lexi thuiskwam, een bestelbus van een aannemer op de oprit en stond de voordeur open.
Het was waarschijnlijk verstandiger geweest als ze in de auto was gebleven en de politie had gebeld, of in elk geval een gespierde vriend, maar ze was zo boos dat er iemand in haar huis was dat ze naar de deur beende en hem verder opensmeet.
Hij knalde tegen iets stabiels op. Iets wat vloekte.
Ze keek naar binnen en zag een man met golvend bruin haar en een loensend blauw oog. Het andere oog bedekte hij met zijn hand. Op de grond lag een meetlint.
‘Kom je altijd op die manier binnen?’ vroeg hij terwijl hij zijn hand weghaalde en een bijpassend blauw oog en een enigszins rood voorhoofd onthulde.
‘Dat doe ik alleen als er vreemden zijn die hier niet horen,’ snauwde ze terwijl ze in haar tas naar haar mobiel zocht. Ze klemde haar hand rond het metaal en trok hem eruit alsof het een revolver was. ‘Wie ben je in vredesnaam?’
‘Mevrouw Henderson?’
‘Vreemd, je lijkt niet op haar.’
Hij raakte de pijnlijke plek boven zijn oog aan en kreunde. ‘Goed, je bent níét mevrouw Henderson. Wie ben je dan wel?’
‘Dat vroeg ik jou, en als je me niet razendsnel een heel goed antwoord geeft, bel ik de politie.’
Hij lachte en schudde zijn hoofd. ‘Even dimmen, Blondie. Een crimineel heeft die telefoon binnen de kortste keren uit je hand gerukt. Je kunt wel wat basislessen zelfverdediging gebruiken. Maar om je gerust te stellen, ik ben Greg McKenzie, de eigenaar van het aannemersbedrijf dat jullie hebben ingehuurd om de woning te renoveren. Tenminste, ik neem aan dat je de dochter bent voor wie mevrouw Henderson me heeft gewaarschuwd.’
‘Stíéfdochter.’
‘Dat onderscheid maakte zij inderdaad ook. En ze zei dat je arrogant bent.’
Lexi’s mond viel open. ‘Heeft ze gezegd dat ik arrogant ben?’
‘Ik geloof dat haar exacte woorden waren “negeer haar als ze arrogant tegen je doet”.’
Lexi kookte van woede. ‘Heb je een opdrachtbevestiging? Iets wat bewijst dat je echt bent ingehuurd?’
‘Ik heb de sleutel.’ Hij wees naar de open deur, haalde een vel papier uit zijn zak en gaf dat aan haar. ‘En dit.’
Lexi keek ernaar. Het was een print van een e-mail die was verstuurd vanaf Michelles privémailbox, waarin Greg@McKenzieRenovations instructies kreeg over de verbouwingen die ze in huis wilde laten doen, zoals het verbreden van de ingang, wat waarschijnlijk de reden was dat hij met een meetlint in de gang had gestaan toen Lexi binnenkwam, en muren uitbreken om Lexi’s kamer en de kamer ernaast te veranderen in een grote masterbedroom met uitzicht op de straat, de gazons rond het huis en het zwembadhuis achterin.
Er waren ook instructies om net zo vroeg te beginnen en net zo lang door te gaan als nodig was om het werk grotendeels klaar te hebben tegen de tijd dat ze terugkwam.
Er was geen reden om nog meer bewijzen te vragen.
Dit was precíés wat Michelle zou doen.
Lexi keek rond in de hal. Ze had bijna elke dag van haar leven de solide eiken deur opengeduwd, was naar binnen gestapt en was over de mediterrane tegels van de hal naar de brede trap gelopen die naar haar slaapkamer leidde. Het was de plek die twintig jaar lang haar veilige toevluchtshaven was geweest.
Nu was het huis van Michelle en god weet waar Lexi naartoe moest. Het kon Michelle duidelijk niets schelen.
‘Wegwezen,’ zei Lexi plotseling.
‘Wat?’ Greg had zijn meetlint opgepakt en keek haar verbaasd aan.
‘Je hebt me gehoord, wegwezen. Ik woon hier nog steeds, en voor zover het mij betreft bevind je je op verboden terrein. Ik wil dat je uit de buurt blijft tot ik vertrokken ben.’
‘Je bedoelt het komende kwartier of zo?’
‘Ik bedoel de komende dagen. Je kunt volgende maand terugkomen.’
Hij schudde zijn hoofd. ‘Sorry, Blondie, maar vanaf morgenochtend werkt er hier een ploeg mensen van me. Als mevrouw Henderson me niet belt om het af te zeggen, staan we om zes uur op de stoep.’ Hij haalde zijn schouders op. ‘Intussen ga ik afmaken waar ik mee bezig was, dus als je me wilt verontschuldigen...’ Hij deed de deur dicht en rolde het meetlint uit. Daarna keek hij naar haar met een snelle, meelevende blik en zei: ‘Het spijt me.’
Lexi had nog nooit iemand zo graag in haar leven willen slaan, maar ze wist dat het zijn schuld niet was. Ze wist ook dat hij het recht had om zijn werk te doen omdat hij was ingehuurd door de eigenares van het huis, hoe smakeloos ze dat idee ook vond.
Zwijgend liep ze de negentien treden naar de eerste verdieping op. Ze stopte in de gang en zag voor het eerst heel bewust hoe Michelle langzamerhand de koloniale stijl van Lexi’s moeder had vervangen met ordinaire, vergulde troep die eerder in Zsa Zsa Gabors huis leek thuis te horen.
Michelle had zich verspreid als een virus. Als zwarte schimmel. En ze had geen enkele mogelijkheid om daar iets tegen te doen.
Lexi bevond zich in een ernstige situatie. Hoe graag ze zich ook wilde omdraaien en net wilde doen alsof alles in orde was, ze moest het feit onder ogen zien dat ze hier weg moest, hoeveel recht ze er ook op had om dit huis als ‘thuis’ te zien. Anders zou ze de paar dingen die ze nog had ook kwijtraken.
Met inbegrip van haar waardigheid, als ze geen woonruimte vond en ze uiteindelijk op straat moest slapen.
Hoofdstuk acht
==
Kamp Catoctin, Pennsylvania
Twintig jaar geleden
==
‘Ze slaapt,’ zei Holly tegen Nicola vanaf het onderste bed.
Het was na middernacht en Lexi, Tami, Sylvia en Brittany waren allemaal diep in slaap.
‘Dit is onze kans om toe te slaan.’
‘Toeslaan?’ vroeg Nicola.
‘Je weet wel.’
De laatste tijd kreeg Holly het gevoel dat Nicola om de een of andere reden meer sympathie voor Lexi begon te krijgen, dus noemde ze haar naam zorgvuldig niet. Toch wilde ze een soort genoegdoening in de zaak Holly en Nicola versus Lexi, dus moesten ze iets doen.
‘Dit is onze kans om haar terug te pakken,’ fluisterde Holly.
‘Wie?’ vroeg Nicola slaapdronken terwijl ze vanaf haar bed naar boven keek.
‘Je weet wel wie,’ zei Holly met een hese stem terwijl ze naar Lexi gebaarde.
‘O.’
‘We móéten haar terugpakken,’ zei Holly.
‘Hoe dan?’ Nicola klonk onzeker, waardoor Holly zich onzeker begon te vóélen.
‘Ik weet het niet, maar er moet íéts zijn.’ Haar blik bleef hangen op de diamanten ring die aan Lexi’s bed hing. Durfde ze die te pakken?
Hoewel, nu ze erover nadacht, waarom zou ze hem niet pakken? Lexi gedroeg zich al wekenlang afschuwelijk tegen Nicola en haar. Het zou haar verdiende loon zijn als ze het enige kwijtraakte dat haar blijkbaar iets kon schelen.
Hij was te groot om echt te zijn en was duidelijk een grote, glazen namaak barbiediamant, die aan een eenvoudige goudkleurige ketting hing die je in elk winkelcentrum kon kopen. Dat maakte niet uit, want om Lexi terug te pakken was het gebaar belangrijker dan de waarde. Die stomme Lexi behandelde het ding alsof het een amulet was. Ze hield hem in haar hand geklemd of staarde ernaar als hij aan de bedstijl hing. Op een dag had Holly zelfs gezien dat Lexi op haar bed zat terwijl ze de ketting rond haar vingers draaide en zuchtte. Het was heel vreemd.
‘Laten we die stomme ring van haar verstoppen,’ stelde Holly voor. Nu ze de woorden hardop uitsprak werd het idee nog opwindender.
Nicola hapte naar adem. ‘Die is een fortuin waard!’
‘Misschien. Als hij echt is. Maar dat is hij beslist niet.’
‘Ik weet het niet... dat zou diefstal zijn.’
‘Luister, je vader verkoopt verzekeringen voor sieraden.’ Holly begon zo hard te fluisteren dat Nicola niet kon geloven dat er niemand wakker werd. ‘Denk jij dat hij echt is?’
Nicola keek naar het bed naast haar en hield haar hoofd schuin, zodat ze de ring beter kon zien.
‘Kijk eens hoe groot hij is,’ ging Holly verder. ‘Alsof niemand het zou merken als ze een echte diamant van die maat zou jatten.’
Nicola wist niet veel over verzekeringen, maar ze had haar vader horen vertellen hoe belangrijk het was om heel waardevolle juwelen op te bergen, bijvoorbeeld in een bankkluis.
‘Je hebt waarschijnlijk gelijk,’ zei ze. Het was vreemd dat Lexi zo aan dat ding gehecht was.
‘Dat heb ik. Laten we hem pakken.’ Holly gooide haar dekens van zich af, klom het trapje af en liep op haar tenen naar het bed van Lexi.
Nicola bleef zenuwachtig naar de deur kijken. ‘Schiet op.’
Holly deed een stap naar achteren en fluisterde: ‘De ketting zit aan de bedstijl vast en ik krijg hem zo niet te pakken.’
‘Maak de sluiting dan los.’
‘Goed idee.’ Holly ging terug en voelde met haar mollige vingers over de ketting tot ze de sluiting had gevonden. Even later hield ze de ketting en de ring in haar hand.
Nicola stak haar duim op en gebaarde dat ze naar buiten moesten. Ze was er verbaasd over dat ze zo doortastend was, terwijl ze heel goed wist dat het verkeerd was wat ze deden.
De nacht was zwoel en de lucht was zo drukkend dat het leek alsof ze onder water stonden. Het enige geluid was afkomstig van de krekels, de kikkers en de cicaden in de bossen.
Het was alsof zij de enige twee mensen op aarde waren.
Eerst was het een heel stimulerend gevoel en daarna... overweldigend.
‘Wat doen we nu?’ vroeg Nicola.
‘Ik weet het niet.’
‘We kunnen hier niet gewoon met die ring blijven staan.’
‘Ik weet het. Laat me nadenken.’ Na een tijdje begon Holly weer te praten. ‘Denk jij ook na. Waar kunnen we hem verstoppen?’
‘Weet je zeker dat dit een goed idee is?’
‘Na alles wat ze ons heeft aangedaan? Na alles waarvoor ze je heeft uitgescholden? Na wat ze je tijdens de dansavond heeft aangedaan? Dit is de perfecte manier om haar terug te pakken. Nu mag zíj zich een paar uur lang verward en onzeker voelen.’
‘En geven we hem daarna terug?’ Na Holly’s geheugensteuntje over Lexi’s afschuwelijke gedrag tegen hen had Nicola er plotseling geen moeite meer mee om het haar betaald te zetten.
Holly haalde haar schouders op. ‘We kunnen hem morgenavond of de avond erna terugleggen. Alsof hij nooit weggeweest is.’
Nicola hield haar adem in. ‘O, dat vind ik gaaf! Alsof hij nooit weggeweest is! Ze zal denken dat ze krankzinnig begint te worden. En alle anderen ook.’
‘Precies. Maar wat doen we er in de tussentijd mee?’
‘Vorig jaar is Carrie Freedman drie dollar kwijtgeraakt en toen moest iedereen uit haar hut binnenblijven en zijn zakken en koffers leegmaken tot ze het geld hadden gevonden.’
‘En is dat gelukt? Met het geld, bedoel ik.’
Nicola knikte. ‘Het was drijfnat, omdat het in het toilet lag.’
‘Getver.’
‘Inderdaad.’
‘Dat lukt nu niet.’
‘Het lukte toen ook niet.’
‘Wat moeten we er dan mee doen? We hebben de perfecte verstopplek nodig. Een plek die we gemakkelijk terug kunnen vinden, maar waar niemand anders kijkt.’
‘Uiteraard niet onze sokkenla.’
‘Nee, uiteraard niet.’
Nicola fronste haar voorhoofd. ‘Ik heb een idee...’
Holly reageerde enthousiast. ‘Wat dan?’
‘Ik weet niet zeker of het lukt...’
‘Wat is het?’ Holly praatte zachtjes, maar ze begon bang te worden dat iemand hen zou horen en naar buiten zou komen en hen met de ring zou vinden. ‘Is het vlakbij?’
Nicola knikte. ‘Bij het ruiterpad. Heel hoog in een boom hangt een vogelhuisje.’
‘Met van die kleine gaten erin?’
‘Ja. Het hangt bij een open plek in het bos waar een huis heeft gestaan. Het is er een beetje eng omdat je sommige stenen van het huis nog steeds kunt zien. Iemand heeft daar gewoond en nu is het net alsof er nooit iets is geweest. Behalve het vogelhuisje, dat is er nog steeds.’
Het was fantastisch. Perfect. ‘Laten we gaan. Weet jij waar het is?’
‘Natuurlijk. Elke keer als we gaan paardrijden, nemen we hetzelfde stomme pad. Ik kan het slapend vinden.’
‘Mooi, we zitten namelijk niet op een paard. Laat me zien waar het is.’
Ze liepen via het smalle grasveld naast de hutten het donkere bos in. Het goede aan kamp Catoctin was dat het vrij klein was, waardoor het heel gemakkelijk was om de weg te vinden, zelfs in het donker.
Het vervelende eraan was dat het zo klein was dat het nauwelijks mogelijk was om alleen te zijn. Het woord ‘privacy’ bestond niet in kamp Catoctin.
‘Ik vraag me af of we iets beters hadden moeten bedenken,’ zei Nicola na een paar minuten. ‘Omdat de ring namaak is, bedoel ik.’
‘Nee. Het maakt niet uit dat hij namaak is. Ze is helemaal gebiologeerd door het idee dat iedereen dénkt dat hij echt is.’ Ze snoof. ‘Ze moet ons behoorlijk stom vinden dat we haar geloven.’
‘Tja, sommigen van ons zijn dat inderdaad. Tami en Sylvia denken vast dat het de Hope-diamant is.’ Nicola zweeg even. ‘Ik dacht dat eerst eigenlijk ook,’ biechtte ze daarna op.
‘Dat deden we allemaal,’ verzekerde Holly haar. ‘In het begin. Maar denk eens na, waarom zou ze iets wat zo waardevol is elke avond aan haar bed hangen? Als hij echt was, zou ze hem in een kluis bewaren en dan hing ze hem niet op.’
Nicola knikte. ‘Het was behoorlijk stom van ons dat we haar geloofden.’
Holly haalde haar schouders op. ‘Ja, of ze gelooft het zelf en dan zijn wij de enige slimmeriken.’
Nicola schudde haar hoofd. ‘Dat denk ik niet,’ zei ze. ‘Lexi kan niet goed liegen. Ze kan veel dingen, maar goed liegen hoort daar niet bij. Ik denk echt dat ze hem van haar stiefmoeder heeft gepikt.’
‘Heftig. Ik wed dat haar stiefmoeder haar haat.’
Nicola haalde haar schouders op. ‘En zij haat haar stiefmoeder blijkbaar.’
Ze liepen door de compacte duisternis, schrokken van elk geluid en giechelden telkens als ze schrokken. Het was spannend en opwindend en angstig tegelijkertijd. Naarmate ze langer liepen begonnen de spanning en opwinding te verminderen. Terwijl de duisternis van de nacht als een rits achter hen dicht leek te gaan, bleef bij Holly alleen de angst over.
‘Weet je zeker dat je weet waar we naartoe moeten?’
‘Vrij zeker.’ Nicola’s stem klonk ijl.
Holly bleef staan. ‘Vríj zeker?’
‘Tja, het gaat nu eenmaal sneller op een paard.’
Holly keek geïrriteerd om zich heen. ‘En je rijdt overdag. Wat doen we als we de weg niet terug kunnen vinden? Stel dat we lopen en lopen en lopen en dat we nergens komen en dat we uiteindelijk doodgaan in dit donkere bos?’
‘Hou op! We gaan niet dood en in het ergste geval komt de zon morgenochtend op en dan komen ze ons zoeken.’
‘Omdat Brittany vertelt dat we vermist zijn? Ze háát ons.’
‘Zij heeft er toch niets over te zeggen...’ Nicola bleef staan en wees. ‘Ik denk dat het daar voor ons is.’
‘Waar?’ Holly wist niet eens wat voor wás.
‘Ik denk dat we de open plek gevonden hebben.’ Nicola pakte haar arm en begon er alarmerend snel naartoe te lopen. ‘Zie je?’
‘Nee!’
‘Jemig, Holly, kalmeer. Zie je die lichte plek daarboven? Waar de bomen dunner worden en je de hemel kunt zien?’
Holly keek omhoog. ‘Ik dénk het.’
‘Dat is het! Het vogelhuisje zit heel hoog in een van die bomen.’
Ze worstelden zich door het struikgewas en kwamen eindelijk ademloos op de open plek aan.
‘Het vogelhuisje hangt daar,’ wees Nicola terwijl ze voorzichtig over de open plek liepen. ‘Daar moet je trouwens niet komen.’ Ze wees achter Holly. ‘Louise Corel heeft daar gekotst.’
‘Geweldig.’ Holly keek langs de bomen omhoog. Ze kon niet precies zien waar het vogelhuisje hing, maar de bomen leken oneindig ver naar boven te groeien voordat ze eindelijk een stukje hemel zag. ‘Trouwens, wie klimt er naar boven om de ring te verstoppen?’
‘Dat doe ik wel.’ Nicola aarzelde niet.
‘Maar stel dat je valt?’ Holly probeerde zich voor te stellen hoe ze de weg in het bos in haar eentje terug moest vinden om hulp te halen. ‘Ik weet niet zeker of dit wel zo’n goed idee is.’ Ze wist zeker dat het een slecht idee was. Een heel, heel slecht idee.
Lexi Henderson was dit allemaal niet waard. Ze was gewoon een gemeen, waardeloos meisje dat alles kreeg wat ze wilde. Het zou haar niets kunnen schelen. Haar vader kocht waarschijnlijk gewoon een nieuwe ring voor haar, echt of niet echt.
Het was het in elk geval niet waard dat Nicola en Holly hun leven ervoor waagden.
‘Luister,’ ging Holly verder. ‘Laten we teruggaan naar de hut en het gewoon vergeten. Het is te gevaarlijk om zo hoog te klimmen.’
‘Ik ben er bijna,’ zei Nicola. Haar stem klonk heel ver weg.
Holly keek omhoog. Ze zag een schaduw tussen de takken bewegen. Héél hoog.
‘O mijn god!’ hijgde Holly. ‘Je kunt wel doodgaan!’
‘Nee, hoor!’
‘Kom naar beneden! Kom onmiddellijk naar beneden!’
‘Ik ben er bijna!’
‘Dat kan me niet schelen, je valt als je nog verder klimt.’
‘Natuurlijk niet.’
Holly’s hart bonkte zo hard dat ze dacht dat ze ter plekke een fatale hartaanval zou krijgen. En Nicola zou uit de boom vallen en boven op haar terechtkomen. En als ze hen eindelijk vonden – áls ze hen eindelijk vonden – zouden ze zich afvragen wat er in vredesnaam was gebeurd.
‘Ik wil niet doodgaan voor Lexi.’
Holly’s opmerking veroorzaakte een spottend gesnuif of gelach van Nicola. Op deze afstand wist Holly niet zeker wat het was. ‘We gaan niet dood, Holly. Alsjeblieft, beheers je een beetje.’ Er klonk geluid van krakende takken en vallende bladeren. ‘Ik kan er niet goed bij.’
Nu wist Holly zeker dat Nicola dood zou vallen. ‘Stop dan met proberen! Echt!’
‘We zijn helemaal hiernaartoe gekomen.’ Meer gekraak. ‘Wacht even, ik ben... er... bijna.’
Holly deed haar best om de hysterie uit haar stem te houden. ‘Nicola. Kom. Naar. Beneden. Nu. Ik meen het.’
‘Het is gelukt!’
Holly liet haar adem ontsnappen terwijl ze zich niet eens had gerealiseerd dat ze die inhield.
Ze keek ingespannen in de duisternis en hoorde takken breken terwijl de schaduw van Nicola langzaam maar zeker langs de boom naar beneden gleed. ‘Voorzichtig!’
‘Het gaat goed.’
Holly kon er niets aan doen dat ze Nicola bewonderde, ook al wilde ze haar wurgen omdat ze haar zo bang had gemaakt. Ze wilde dat ze net zo dapper was. Ze wilde ook dat ze net zo slank was, zodat ze dingen kon doen zoals in bomen klimmen, of moeiteloos van het bovenbed springen, of paardrijden zonder angst dat ze werd gepest omdat ze de dieren ‘martelde’ met haar gewicht. Er waren veel dingen aan Nicola waarop ze jaloers was, maar haar beweeglijkheid en het zelfvertrouwen dat haar lichaam deed wat het moest doen stonden bovenaan.
Nicola sprong op de grond en Holly hoorde haar voetstappen naar zich toe komen. Even later stond ze in de duisternis voor haar.
‘Ik kan niet geloven dat we dat hebben gedaan!’
‘Jij verdient alle eer. Ik kan niet geloven dat je dapper genoeg bent om in het donker naar boven te klimmen.’
‘Het was helemaal niet zo eng.’
Holly vond van wel. ‘Wat doen we nu? Heb je hem aan het vogelhuisje gehangen?’
Ze begonnen voorzichtig over het inktzwarte terrein naar het pad te lopen, begeleid door het geluid van krekels en kikkers en af en toe een krassende uil.
‘Nee, ik heb hem gewoon door een van de gaten gegooid.’ Nicola klonk enorm tevreden over zichzelf. ‘De ring ging erin, maar de ketting hangt waarschijnlijk nog naar buiten. Ik kan hem er gewoon uittrekken.’
Holly struikelde over een wortel en ze voelde hoe Nicola’s hand uitschoot om haar op te vangen.
‘Laten we de volgende keer een zaklantaarn meenemen,’ zei Holly met een zenuwachtig lachje.
‘Goed idee.’
Nicola wees de weg nu met veel meer zelfvertrouwen, en het leek veel minder tijd te kosten om weer in het kamp te komen.
Toen ze in het zicht van de halvemaanvormige rij hutten op de oever van het meer waren, hield Holly Nicola tegen.
‘Wat er ook gebeurt, je mag niet opbiechten wat we daarnet hebben gedaan.’
Nicola knikte somber, wat Holly nauwelijks kon zien bij het licht van de afnemende maan. ‘Afgesproken.’
‘Zelfs als ze je martelen. Zelfs als ze zeggen dat ik heb bekend, mag je ze niet geloven, omdat het een leugen is. Goed?’
‘Goed. En dat geldt ook voor jou. Wat ze ook zeggen, het is niet waar. Geloof alleen wat je van mij hoort.’
‘Zweer het.’ Holly stak haar pink uit.
Nicola haakte haar pink in die van Holly en ze keken elkaar aan en knikten voordat ze elkaar loslieten.
‘Ik vraag me af wat ze gaat doen als ze wakker wordt,’ zei Nicola opgewonden.
Holly stelde zich voor dat Lexi wakker werd, besefte wat ze kwijt was en verdrietig begon te huilen, tot ze zich realiseerde dat het allemaal de schuld was van haar eigen afschuwelijke gedrag. Misschien zou ze helemaal veranderen en zou ze haar verontschuldigingen aanbieden aan iedereen die ze onrecht had aangedaan en zou ze proberen het goed te maken.
‘... denk je niet?’ vroeg Nicola.
‘Sorry, wat zei je?’ Haar prettige fantasietje verdween.
‘Ze wordt stapelgek.’
Holly knikte en ze begonnen naar hut zeven te lopen. ‘Ja. Ze wordt hartstikke stapelgek.’
En hopelijk had ze daarna iets anders aan haar hoofd dan manieren te bedenken om Holly en Nicola te pesten.
Hoofdstuk negen
==
Nu
==
‘Heb je ooit model gestaan?’
De vraag verraste Holly. Ze keek achter zich in de absolute overtuiging dat Guy Chacon, een artiest wiens werk uitzonderlijk goed werd verkocht in de galerie, tegen iemand anders praatte.
Ze kon zich niet voorstellen dat hij zo’n afgezaagd cliché als versiertruc gebruikte, maar toen ze omkeek zag ze niemand.
Hij lachte. ‘Ik heb het tegen jou, Holly.’
Ze bracht haar hand naar haar hart. ‘Mij?’
Hij knikte. ‘Is dat zo moeilijk te geloven?’
‘Eerlijk gezegd wel.’ Ze kneep haar ogen tot spleetjes. Deze man, die ze al jarenlang heel graag mocht, probeerde haar toch niet in de maling te nemen? ‘Waarom vraag je me dat?’
‘Omdat ik je wil schilderen.’
‘Hè?’
‘Ik wil een serie figuurstudies doen. Het is tegenwoordig moeilijk om een vrouw met rondingen te vinden die bereid is te poseren.’
Holly keek naar hem. ‘Dat vind ik heel moeilijk te geloven.’
Hij stak zijn handen in de lucht in een gebaar van overgave. ‘Je hebt gelijk. Het is moeilijk om een vrouw met rondingen en een mooi gezicht te vinden die bereid is te poseren. En dat is de waarheid. Jij hebt perfecte proporties en een prachtig vrouwelijk figuur.’ Hij haalde zijn schouders op. ‘Ik denk dat je me goed genoeg kent om te weten dat dit geen poging is om je te versieren.’
Ze kende zichzelf goed genoeg om te weten dat zoiets háár niet overkwam.
‘En met rondingen bedoel je dik?’ Ze stelde zich in gedachten voor hoe ze herkenbaar op een serie groteske schilderijen afgebeeld zou zijn.
‘Nee.’ Hij keek oprecht verbaasd. ‘Ik bedoel vrouwelijk.’
‘Niet volgens de huidige normen.’
Hij zuchtte. ‘Volgens mijn normen wel. Een weelderig figuur is veel interessanter dan het geraamte dat zoveel modellen hebben. Die heb ik al geschilderd. Ik moet toegeven dat prominente botten en diepe holtes een interessante uitdaging kunnen zijn voor een schilder, en mooi kunnen zijn,’ zei hij met een volkomen eerlijke uitdrukking op zijn gezicht, ‘maar er is tegenwoordig een enorme behoefte aan meer traditionele figuren. Dat heb je toch wel gemerkt?’
‘Wat bedoel je? In de kunst?’
‘Op de catwalk, op de televisie, in tijdschriften, en natuurlijk ook in de kunst.’ Hij glimlachte. ‘Maar ik wil je niet overhalen. Als je het geen prettig idee vindt, vind je het geen prettig idee.’
Ze keek argwanend naar hem. Meende hij het? Hij zag er serieus uit. Zou ze het durven? Absoluut niet. Maar het was natuurlijk enorm vleiend! Guy Chacon was een veelbelovend talent. Het was een eer dat hij haar vroeg, maar ze kon het uiteraard niet doen. Haar kleren uittrekken voor een man die ze niet écht kende? Het was al moeilijk genoeg om haar kleren uit te trekken voor een man die ze wél goed kende, zoals Randy zou kunnen getuigen.
Aan de andere kant wilde Randy dat ze afviel en wilde Guy haar precies zoals ze was.
Om artistieke redenen natuurlijk, niet voor seks. Waardoor de vergelijking irrelevant was en eigenlijk nogal onnozel...
‘... Holly?’
Ze richtte haar aandacht weer op Guy. ‘Ik kan het niet. Maar ik voel me heel erg gevleid dat je me hebt gevraagd. Tenminste, als je het echt meent.’ Ze trok vragend een wenkbrauw op.
Hij knikte geduldig. ‘Ik meen het, maar ik merk dat je er niet klaar voor bent om het te doen. Mijn aanbod blijft echter staan.’
‘Je hebt gelijk. En ik weet niet zeker of ik er ooit wel klaar voor ben.’ Ze voelde dat ze begon te blozen. ‘Maar toch bedankt.’
Guy knikte naar haar, deed een stap naar achteren en keek aandachtig naar een van de schilderijen aan de muur. ‘Hoe verkoopt Heller?’ vroeg hij. De uitdrukking op zijn gezicht maakte duidelijk dat hij niet vond dat Heller goed hoorde te verkopen.
Eerlijk gezegd vond Holly dat ook. Ze klaagde niet, want een van Erik Hellers schilderijen – een doek dat helemaal was beschilderd met witte acrylverf en dat was ondertekend met een tandenstoker, zodat de handtekening alleen vanuit bepaalde hoeken zichtbaar was – had een biedstrijd veroorzaakt waardoor het verkoopbedrag vierhonderd procent hoger was uitgekomen dan de oorspronkelijke vraagprijs.
Ze was echter slim genoeg om Guy niet te irriteren met dat nieuws. ‘We kiezen alleen artiesten die verkopen,’ zei ze luchtig. ‘Maar je weet dat je een van onze succesartiesten bent.’
Hij gaf geen antwoord, maar zijn mond vertrok tot een strakke lijn terwijl hij naar Hellers Blauwe Hemel in de Nacht keek.
Het was een belachelijk schilderij; een idioot verfexperiment met acrylverf, olieverf en vingerverf op sloophout. Primitieve koeien, die niet in verhouding waren, waren geschilderd voor een achtergrond van blauwe lucht en witte klodders, die blijkbaar wolken moesten voorstellen, maar die eruitzagen als gemorste verf. Het had ook door een kind gemaakt kunnen zijn, en misschien was dat wel zo. Holly vermoedde dat Erik Heller bij uitstek het soort artiest was dat een vierjarige op een schildersdoek liet schilderen, zijn eigen handtekening eronder zette en daarna de hele weg naar de bank lachte.
Holly was echter zakenvrouw en als ze een moreel correcte houding aannam en haar afkeuring hierover zou laten blijken, beroofde ze zichzelf van een flink bedrag aan commissie, dus zei ze niets.
Eindelijk draaide Guy zich om. ‘Integriteit is bijzonder belangrijk,’ zei hij.
‘Dat ben ik voor honderd procent met je eens,’ zei Holly openhartig. Ze liep achter de kassa langs en opende de kluis waarin ze de commissiecheques bewaarde. ‘En meer zeg ik er niet over.’ Ze knipoogde en gaf hem de envelop met zijn naam erop.
Hij pakte hem aan en glimlachte. ‘Je bent veel mooier dan je beseft, Holly. Ik hoop dat je van gedachten verandert en dat ik je mag schilderen.’
Ze voelde haar wangen rood worden en vervloekte het gen waardoor ze zo gemakkelijk bloosde. ‘Ik waardeer de gedachte, Guy. Echt waar.’ Er was echter geen enkele kans dat ze ooit het soort figuur zou hebben dat ze aan een ander kon laten zien. Zelfs nu ze op dieet was, waren er te veel afschuwelijke tekortkomingen. Een of twee gaven misschien een bepaalde charme, maar zij zat er vol mee.
‘Ik zie het helaas niet gebeuren,’ ging ze verder.
Hij hield zijn hoofd schuin. ‘Je weet waar je me kunt vinden.’
Ze knikte en keek over zijn schouder toen de deurbel ging en er een paar vrouwen van middelbare leeftijd binnenkwamen.
‘Tot ziens, Holly,’ zei hij. Hij maakte een elegante buiging voor de vrouwen terwijl hij ze passeerde.
‘Is dat een artiest?’ vroeg een van hen zodra Guy weg was.
Ze kon het duidelijk aan Guy overlaten om haar de perfecte inkopper voor een verkooppraatje te geven. ‘Toevallig is hij dat inderdaad. Aan deze muur hangt zijn nieuwste collectie...’
==
‘Ik weet het niet zeker, maar ik heb het gevoel dat hier iets minder zit om van te houden.’ Randy kneep na vier lange weken hongerlijden in Holly’s heup terwijl ze probeerde een romantisch etentje voor hem te bereiden.
Hij deed haar pijn. ‘Au!’ Ze deed een stap bij hem en het fornuis vandaan en wreef over de plek. ‘Je doet me pijn.’
‘Het lijkt alsof je al een paar ons kwijt bent.’
Een paar ons? Dat was alsof je een paar dekstoelen van de Queen Mary gooide. ‘Ik denk dat het minstens een paar pond is,’ corrigeerde ze hem geïrriteerd. Ze had het nog niet aangedurfd om op de weegschaal te staan, maar haar broek zat een stuk losser. En voor de broek die ooit haar ‘dikke broek’ was geweest, maar die nu gewoon haar ‘grijze broek’ was, had ze zelfs een riem nodig.
Holly wist vrij zeker dat ze in iets minder dan een maand zo’n tien tot twaalf pond was kwijtgeraakt. De verandering was dramatisch, en het dieet was dat helemaal.
Ze had elke dag verwacht dat Randy haar een compliment zou geven, maar hij had alleen hatelijke opmerkingen gemaakt: Het lijkt mij niet verstandig om dat stukje kaas te eten (Cabots halfvette cheddar). Koffiedrinken is beslist niet de gezondste manier om af te vallen.
Natuurlijk werden deze opmerkingen geplaatst tussen veel belangrijkere en minder kritische dagelijkse gespreksonderwerpen zoals politiek, de collega’s op kantoor, de bezoekers van de galerie en televisieprogramma’s – ze hadden een normale, góéde interactie, behalve de incidentele vreemde en controlerende opmerkingen die hij over haar eetgewoonten maakte.
Als ze niet over haar gewicht praatten, vond ze het heerlijk om bij hem te zijn, maar hoe kwam het dan dat ze alle aardige dingen die hij had gezegd vergat en alleen nog aan zijn kritiek kon denken?
‘Echt?’ vroeg hij met een opgetrokken wenkbrauw. ‘Een paar pond?’
‘Ja.’
‘Dat is mooi.’ Hij rook aan de saus van chipotle, limoen en honing die in een pan op het fornuis stond. ‘Er moet meer sinaasappel in.’
‘Er zit geen sinaasappel in.’
Hij lachte. ‘Misschien is dat het probleem.’
‘Is het echt een probleem als je geen overbodige sinaasappel toevoegt aan limóénsaus?’ snauwde ze. Ze hoorde zichzelf en realiseerde zich onmiddellijk dat haar boosheid niet in verhouding stond tot zijn opmerking. ‘Sorry. Ik ben een beetje chagrijnig.’
Omdat je wekenlang nauwelijks hebt gegeten, hoorde ze Nicola in haar hoofd waarschuwen.
Hoewel, misschien was de stem in haar hoofd die ze altijd aan Nicola toeschreef in werkelijkheid haar eigen geweten.
‘Maak je daar maar geen zorgen over,’ zei hij, waarna hij een kus op haar wang gaf. ‘En echt, het is heel goed van je als je een paar pond bent afgevallen.’ Ze ergerde zich aan het woordje áls, maar misschien was ze overgevoelig. ‘Ik ben trots op je.’
Ze wist dat hij de laatste zin vriendelijk en bemoedigend bedoelde, maar het klonk zo neerbuigend dat ze wilde schreeuwen.
Ze moest iets eten.
‘Dank je,’ zei ze. Ze hoorde dat haar stem stug klonk.
Blijkbaar hoorde hij het ook. ‘Toe nou.’ Hij legde zijn arm rond haar taille, die hij ongetwijfeld behoorlijk dik vond, en trok haar naar zich toe. ‘Ik weet dat dit voor vrouwen een gevoelig onderwerp is. Daarom weet ik niet goed wat ik moet zeggen, maar geloof me, ik ben onder de indruk van alle moeite die je doet. Ik weet dat het niet gemakkelijk is.’
‘Dat klopt.’ Ze slikte. Het had geen zin om toe te geven dat haar methode, die bestond uit de hele dag koffiedrinken, misschien gemakkelijker was dan verstandig eten en trainen. ‘Let maar niet op me. Ik ben nogal geprikkeld omdat ik een lage bloedsuikerspiegel heb.’ Ze pakte een stuk bleekselderij van de schaal rauwkost die ze had gemaakt en doopte hem in de lightdip met gekarameliseerde uien. Hopelijk bevatte de zure lightroom een beetje proteïne. ‘Het komt goed.’
De dip was lekker. Dat had ze in elk geval goed gedaan.
Randy keek naar haar en ze was bang dat hij zou gaan zeggen dat ze geen romige dipsaus moest eten of zoiets, maar hij zei iets heel anders: ‘Ik denk dat het mijn schuld is.’
‘Wat?’
‘Dit.’ Hij gebaarde met zijn hand naar haar. ‘Je gewicht. Je windt je erover op en misschien doe je te veel je best om af te vallen. Ik denk dat ik je het gevoel heb gegeven dat je dit voor mij doet, maar dat is niet zo, Holly.’ Hij liep naar haar toe en trok haar in zijn armen. ‘Ik hou van je zoals je bent.’
Ze kon haar oren niet geloven. Wekenlang had ze die klootzak van een Randy met zijn eis dat ze moest afvallen voordat ze zich gingen verloven de schuld gegeven van elke keer dat de honger aan haar knaagde, van elke kattige opmerking tegen klanten, van elke keer dat ze in het verkeer met haar vuist op de autoclaxon sloeg, en nu bleek dat ze het zichzelf allemaal aandeed.
Ze had zich moeten realiseren dat het niet reëel was dat hij in haar verbeelding telkens een vermanende vinger naar haar opstak.
‘Ik hou ook van jou.’ Ze liet zich tegen hem aan vallen. ‘Het spijt me dat ik me zo krengerig gedraag.’
‘Het hindert niet.’ Hij streelde haar haar. Het had troostend moeten zijn, maar hij had er net zo goed aan kunnen trekken.
Er viel een lange stilte. Ze had het gevoel dat ze moest huilen, maar nu de crisis voorbij was zou dat belachelijk zijn.
Eindelijk maakte Randy zich los. ‘Wat ben je aan het koken?’
Holly veegde over haar ogen. ‘Gebakken chipotle-limoen-honinggarnalen op bruine rijst.’
Randy’s mond viel open. ‘Heb je weer naar The Food Network gekeken?’
Ze knikte. ‘Dat is mijn porno.’
Hij grinnikte. ‘Heb ik even geluk.’
‘Heb je al honger?’
‘Ik lust wel iets. Is er wijn?’
Wijn. Ze miste het om wijn te drinken, maar het bevatte een enorme hoeveelheid lege calorieën. ‘In de koelkast.’
‘Vind je het erg...?’ Hij gebaarde naar de deur.
‘Helemaal niet.’ Ze roerde in de saus, die indikte op het fornuis. ‘Kun je me het limoensap aangeven?’
‘Natuurlijk.’ Hij pakte de fles en gaf hem aan haar.
Ze was in de verleiding om ook om de boter te vragen. Dat zou de saus een zijdeachtige, goddelijke structuur geven, maar dat kon nu helaas niet.
‘Dank je.’ Ze goot wat limoensap in de pan, in de hoop dat het Randy’s behoefte aan sinaasappel zou bevredigen. Hij had natuurlijk gewoon citrusvruchten bedoeld.
De twintig minuten daarna was Holly bezig met pellen, roeren, bakken, koelen en opnieuw roeren, terwijl ze Randy’s ogen de hele tijd op zich gericht voelde.
‘Ik vind het heerlijk om je te zien koken,’ zei hij.
Er liep een rilling langs haar rug. ‘Ik doe het graag voor je.’
‘Als dit half zo lekker smaakt als jij eruitziet terwijl je het maakt, beland ik vanavond in de hemel.’
Ze glimlachte. Ze hield hiervan. Koken was een van haar grootste hobby’s, terwijl het tevens een van haar grootste handicaps was, en het feit dat Randy naar het eten én naar haar verlangde, maakte haar verschrikkelijk opgewonden.
Ze stopte met roeren in de saus en zette de brander laag. ‘Hoeveel trek heb je?’ vroeg ze terwijl ze met haar vingertoppen over Randy’s geprononceerde jukbeenderen streelde. ‘Of misschien kan ik beter vragen waar je trek in hebt?’
Hij keek naar het fornuis achter haar. ‘Gaat dat goed?’
Ze keek over haar schouder om er zeker van te zijn dat het gerecht – of zij – geen vlam had gevat. Maar nee, de saus sudderde heel langzaam en ze hadden in dit tempo ruim een halfuur tot drie kwartier voordat hij voldoende was ingekookt. ‘Het gaat goed. Wat denk je ervan?’
Ze was niet goed in flirten. Dat was ze nooit geweest.
‘Waarvan?’ Hij bukte zich en kuste haar.
Dit werd haar verloofde.
Haar echtgenoot.
Dit was de man met wie ze de rest van haar leven ging doorbrengen. Met wie ze gelukkig zou zijn. Waarom maakte ze zich er dan zorgen over of ze met hem kon flirten?
Holly deed haar ogen dicht en stelde zich het leven voor dat ze samen zouden krijgen. Een huis. Misschien op een dag kinderen. Eventueel een hond of een kat. Ze hield niet van katten, maar Randy wel, en ze was bereid zich op te offeren.
Ze zouden samen oud worden, en alleen de wetenschap dat ze nooit meer afspraakjes hoefde te maken, maakte haar ontzettend gelukkig. Wat heerlijk, dacht ze. Eindelijk, éíndelijk was de jacht op een zielsverwant voorbij. Hier stond hij, recht tegenover haar, en hield haar vast.
Ze gleed met haar handen van zijn heupen naar de voorkant van zijn broek en begon zijn riem los te maken.
Hij deed een stap naar achteren. ‘Dat ruikt echt heerlijk.’ Hij gebaarde naar de pan.
Het rook inderdaad lekker, maar... ze stond op het punt zijn broek los te maken.
Ze fronste haar voorhoofd. ‘Dus je wilt... eerst... eten?’ Ze voelde zich enorm opgelaten. Ze had nog nooit de eerste stap gedaan omdat ze verschrikkelijk bang was om afgewezen te worden, maar deze keer – deze ene keer – had ze gedacht dat het kon omdat déze man met haar wilde trouwen.
En toch wees hij haar af.
Erger nog, hij duwde haar min of meer weg.
‘Ja. Ik ben uitgehongerd.’
Ze kon het niet helpen dat ze naar de voorkant van zijn broek keek, half hopend op het bewijs dat zijn lichaam wel wilde, ook al had hij honger.
Maar nee. Niks. Noppes.
‘Randy,’ begon ze, waarna ze even zweeg voordat ze verderging. ‘Heb ik daarnet iets gedaan waardoor je bent afgeknapt?’
‘Waar heb je het over?’
‘Eh, we waren net...’ Ze gebaarde krachteloos. ‘Ik dacht dat we misschien naar de slaapkamer konden gaan.’
Hij lachte. ‘Een man moet toch eerst wat energie opdoen? Het spijt me, Holly, maar de saus ruikt gewoon te lekker.’
‘En dan heb ik de garnalen nog niet eens gebakken.’
‘Wat?’
‘Niets.’ Ze roerde in de pan. ‘Als je nu wilt eten, kan ik alles klaarmaken.’ Ze was zich bewust van de dubbele betekenis, maar geneerde zich onmiddellijk voor het feit dat zij de enige was die het als een dubbelzinnige opmerking beschouwde.
‘Gooi het maar op tafel!’
‘Als jij gaat zitten, bak ik de garnalen. Dan kunnen we over vijf minuten eten.’
‘Uitstekend.’ Met een enthousiasme dat als vleiend of beledigend kon worden beschouwd, haastte hij zich naar de tafel en ging zitten, waarna hij verwachtingsvol toekeek hoe zij de laatste hand aan het eten legde.
Dit was het gemakkelijke deel. Ze draaide het gas onder de saus hoog, roerde erin en deed de garnalen in een braadpan. Toen de saus was ingedikt, verdeelde ze het met een kwast over de garnalen en zette de pan in de oven. Terwijl de klok de eerste twee minuten van de baktijd van de garnalen wegtikte en ze in de snel verdampende saus roerde die misschien wel en misschien geen sinaasappel nodig had, dacht Holly na over de situatie.
Misschien zou een acteur in een televisieserie er meer behoefte aan hebben zijn vriendin in bed te krijgen dan aan de garnalen, maar ze was toch op zoek naar huiselijkheid? Het was toch haar ultieme doel om te trouwen en zich te vestigen?
Holly had er nooit behoefte aan gehad om over de wereld te reizen en op de plek te zijn waar het allemaal gebeurde. Ze hield van een rustig huiselijk leven, gevuld met simpele genoegens.
Daar waren Randy en zij op dit moment het voorbeeld van.
Eigenlijk was het heel vleiend dat de geur van wat ze kookte hem zo hongerig maakte dat hij geen interesse had in Andere Dingen. Het was niet eerlijk om van hem te verlangen dat hij altijd klaarstond om te presteren, alsof hij een puber was. Hij had een lange dag op zijn werk achter de rug, hij had honger, hij moest gewoon kunnen eten en niet gedwongen worden eerst prestaties in bed te leveren.
Ze haalde de garnalen uit de oven en legde ze voorzichtig met een tang op een schaal, net zoals ze Paula Deen had zien doen op The Food Network. Het zag er prachtig uit.
Holly voelde zich trots.
Ze bracht alles naar de tafel, pakte twee borden en gaf er een aan Randy. ‘Je kunt opscheppen.’
‘Na jou.’ Hij gebaarde naar de schaal.
Ze aarzelde, schepte een klein beetje rijst op haar bord en bedekte die met een paar garnalen. Ze had er dolgraag saus overheen gedaan, maar daar zaten veel te veel calorieën in.
‘Neem je niet meer?’ vroeg hij terwijl hij naar de schaal keek in plaats van naar haar bord.
‘Dit is genoeg.’
‘Vind je het dan niet erg als ik de rest neem?’
Het was oneerlijk dat mannen een berg garnalen, een portie rijst ter grootte van een softbal en een grote hoeveelheid saus konden eten zonder aan te komen, maar daar kon Randy niets aan doen. Hij was natuurlijk een beetje pafferig rond zijn middel, maar dat was niets vergeleken bij Holly.
Randy pakte zijn glas wijn en gebaarde ermee naar Holly’s glas water. ‘Op mijn toekomstige bruid. Je wordt steeds mooier. Ik ben trots op je.’
‘Dank je,’ zei ze en ze tikte een beetje te hard met haar glas tegen zijn glas.
Randy merkte het niet.
Hoofdstuk tien
==
Mike was een halfuur te laat voor zijn lunchafspraak met Nicola in The Pier, een nieuw restaurant in het centrum.
Zo erg was het dus al. Hij nam niet eens de moeite om te komen. Zij was door een hel gegaan om een poging te doen haar carrière nieuw leven in te blazen, en hij was niet eens geïnteresseerd in de nieuwe Nicola en was niet van plan haar een kans te geven een nieuwe start te maken.
Hij beschouwde haar als achterhaald en had haar afgeschreven. Ze had te lang gewacht met de verandering, en nu was ze de enige echte ingang die ze in het wereldje had kwijt. Ze kon net zo goed bij Barnes and Noble gaan solliciteren.
‘Deze is van die meneer daar,’ zei de ober terwijl hij naar een man wees die twee tafels verderop zat. Hij was waarschijnlijk midden dertig, nogal onopvallend en zat bij een man die aan hetzelfde signalement voldeed. Ze moesten toeristen zijn die niet gewend waren dat er hier zoveel mooie vrouwen rondliepen. Er waren veel aantrekkelijkere vrouwen dan Nicola die ze drankjes konden aanbieden, maar misschien had hij haar herkend uit Duet.
Hij zwaaide even toen Nicola zijn kant op keek.
Ze zwaaide aarzelend terug en zag dat de ober een fles Cristal en één glas had gebracht. Hij was dus niet van plan om naar haar toe te komen en bij haar te gaan zitten.
‘Dat is heel aardig, maar niet nodig,’ zei ze. Natuurlijk was het niet nódig. Vriendelijke of neerbuigende gebaren van vreemden waren nooit nódig. ‘Bedank hem maar van me.’
Het was de tweede keer deze week dat haar zoiets overkwam.
‘De fles is al open,’ zei de ober op vertrouwelijke toon. ‘Je kunt dus net zo goed een glas nemen.’
Het was verleidelijk. Het was niet moeilijk geweest om het glas tequila te weigeren dat iemand in Cacique naar haar toe had laten brengen, maar ze had al een paar jaar geen goede champagne gedronken, en hoewel het fantastisch was om een grote gebeurtenis mee te vieren, werkte het nog beter als versiertruc.
‘Nee, echt...’ Ze stopte. Het was stom om te weigeren. De man had de fles naar haar toe laten brengen en had er al voor betaald. Het enige dat ze hoefde te doen was net doen alsof dat haar voortdurend overkwam, gracieus zwaaien en champagne drinken.
Ze wist zeker dat ze zich er een stuk beter door zou voelen, en ze wilde zich dolgraag beter voelen.
‘Goed, ik neem een glas,’ zei ze.
De ober grinnikte. ‘Goede keus. Je krijgt de fles van hem omdat hij je een stuk vindt, maar je mag hem ook gewoon drinken omdat je dorst hebt.’
Ze lachte hardop. Niemand had haar ooit een stuk genoemd. Als ze drie maanden geleden op deze stoel had gezeten en haar haar vlam had gevat, dan had meneer Cristal haar nog niet eens opgemerkt. Waarom zou ze zijn champagne dan niet drinken?
De ober schonk haar glas vol. Blijkbaar gold de formaliteit om een klein beetje in te schenken zodat ze de wijn kon proeven niet als de fles door iemand anders werd betaald.
Ze nam een slokje. De prikkelende bubbels op haar tong verbeterden haar humeur onmiddellijk. ‘Lekker.’ Ze glimlachte. ‘Het blijkt precies te zijn wat ik nodig had.’ Ze gebaarde met het glas naar de anonieme weldoener.
Hij pakte bij wijze van antwoord zijn Amstel light op.
Ze keek weg voordat er een vraag in zijn ogen verscheen of hij een gebaar maakte dat een reactie van haar zou vereisen.
Gelukkig ging haar mobiel en dankbaar voor de kans om iets te doen en niet als een loser met een dure fles champagne in haar eentje aan een tafeltje te zitten, klapte ze hem open zonder te kijken wie het was. ‘Hallo?’ Misschien was het een telefonisch verkoper. Normaal gesproken irriteerde haar dat, maar vandaag zou een lang gesprek over haar voorkeur voor radiozenders haar prima uitkomen.
‘Waar ben je verdomme? Ik heb geen tijd voor dit geouwehoer!’ Het was Mike.
Ze was net zo boos en gaf verontwaardigd antwoord. ‘Ik ben in The Pier, waar ben jij verdomme?’
‘Welke pier? San Francisco?’
‘Dat is een kade. Ik ben in het restaurant waar jij zou moeten zijn.’ Ze keek op haar horloge. ‘Veertig minuten geleden. Maar het is een aardige verdediging. Goede aanval en zo.’
‘Ik ben in The Pier, en jij bent er niet.’
‘Jawel, ik ben er wel. Waar ben jíj?’
‘Buiten. Waar ben jíj?’
‘Binnen.’ Wat een idioot. ‘Je was er niet toen ik hier kwam, dus heb ik een tafel genomen. Zoals we altíjd doen, weet je nog?’
‘Ik heb binnen gekeken.’ Zijn pauze wekte de suggestie dat hij haar ook een idioot vond. ‘Jij was er niet, dus besloot ik buiten te wachten.’
Ze fronste haar voorhoofd en keek om zich heen. ‘Ik ben er dus wel.’
‘Waar?’
‘Bij de muur. Ongeveer een meter bij de fontein vandaan.’ Ineens zag ze hem bij de receptie met samengeknepen ogen de zaal in turen. ‘Hier!’ Ze zwaaide.
Wat was er met hem? Was hij plotseling blind geworden?
‘Wacht... waar?’
Ze zwaaide opnieuw en keek recht in zijn ogen. ‘Híér!’ Ze gebaarde dat hij naar haar toe moest komen.
Zijn mond viel open. ‘Ik... zie iemand zwaaien... maar... dat ben jíj niet. Wat is er verdomme aan de hand? Is er hier ergens een verborgen camera?’
Ze zuchtte. ‘Mike, je bent niet beroemd genoeg om met een verborgen camera te worden gefilmd. Kom verdorie hiernaartoe en stop met die onzin.’
Hij bewoog niet.
Op dat moment realiseerde ze zich pas dat hij haar na haar neuscorrectie nog niet had gezien en dat hij haar niet herkende.
De neuscorrectie die was bedoeld om een mooiere versie van zichzelf te worden, maar die haar onherkenbaar had veranderd, eerst voor haar eigen oma en nu voor de agent met wie ze al tien jaar werkte.
Ze klapte haar telefoon dicht en stond op om naar hem toe te lopen, met een voorzichtigheid alsof ze The Incredible Hulk was die van de trouwe Bill Bixby in een groot, groen monster was veranderd.
‘Mike,’ zei ze toen ze dichtbij genoeg was. ‘Ik ben het.’
Hij fronste zijn voorhoofd. ‘Nicóla?’
Ze voelde zich verlegen worden. De man die ze al tien jaar kende, keek naar haar alsof ze een vreemde was. Ze had het gevoel dat er een Halloween-masker op haar gezicht geplakt zat dat ze er niet afkreeg, zodat ze niet kon bewijzen wie ze was.
‘Ja,’ zei ze met een stem die meer zelfvertrouwen uitstraalde dan ze had. ‘Jezus, Mike, het is maar een neuscorrectie. Ik ben niet verminkt door een ongeluk.’
‘Maar je ziet er compleet anders uit!’
‘Nee.’ Haar stem werd ijl. ‘Dat is niet zo.’ Het klonk meer als een vraag dan een antwoord.
‘Het is fantastisch.’ Hij glimlachte. Eindelijk. ‘Je ziet er geweldig uit, maar jezus, wat een verschil.’ Hij bekeek haar kritisch en net zo onbeschaamd als je naar een koe op een veemarkt op het platteland zou kijken. ‘Je hebt meer laten doen dan je neus.’
Ze schudde haar hoofd. ‘Nee.’
‘Heb je je lippen laten opvullen?’
Ze lachte spottend. ‘Nee.’
‘Een ooglift?’
‘Mike, ik meen het, ik heb verder niets laten doen.’ Ze schudde haar hoofd. ‘Ik moet echter toegeven dat je de enige niet bent. Mijn oma herkende me ook niet.’ Ze pakte hem bij zijn arm. ‘Kom, laten we gaan zitten. We hebben nogal bekijks.’
Ze liepen naar haar tafel en gingen zitten.
‘Champagne,’ zei Mike met een waarderend knikje. ‘Goede keus.’
‘Dat was mijn keus niet, maar van de man aan dat tafeltje.’ Ze glimlachte naar de man en hij glimlachte terug. ‘Hij heeft de fles naar mijn tafel gestuurd.’
‘Met één glas, zie ik.’
‘Daaruit blijkt dus dat hij niet paranormaal begaafd is.’
Mike bestudeerde haar nog steeds. Ze kon het niet eens persoonlijk opvatten, het was heel duidelijk dat hij druk bezig was haar om te vormen tot iemand die hij herkende. ‘Je hebt je neus dus laten doen.’
‘Yep.’
Hij blies zijn wangen op en liet de lucht daarna langzaam ontsnappen. ‘Ik moet zeggen dat je er erg lekker uitziet.’
‘Dank je.’ Ter zake. ‘Kun je me nu werk bezorgen?’
De afstandelijke waardering verdween uit zijn ogen en hij keek haar onderzoekend aan. ‘Als Nicola Kestle?’
Ze was stomverbaasd. ‘Waar heb je het over? Natuurlijk als Nicola Kestle!’ Haar woorden, die zo duidelijk en krachtig waren geweest, bleven onzeker in de lucht hangen. ‘Waarom vraag je dat in vredesnaam?’
‘Omdat je Nicola Kestle niet meer bent.’
‘Dat ben ik wel.’ Ze keek hem wantrouwig aan. ‘Ik weet absoluut niet wat ik daarop moet zeggen. Vertel me gewoon dat je een paar goede rollen voor me kunt regelen.’
‘Ik kan het proberen,’ zei hij terwijl hij zijn vingers tegen elkaar legde. ‘Maar...’ Hij keek in haar ogen. ‘Je ziet er niet meer uit als de Nicola Kestle die de mensen verwachten.’
Dit was belachelijk. ‘Maar ik ben het wel!’
Aan verschillende tafels begonnen de gasten in haar richting te kijken.
‘Ik bén het,’ zei ze opnieuw, zachter maar met net zoveel kracht. ‘Hoe kan ik dan werk krijgen als iemand anders?’
Mike lachte. ‘Ik stel niet voor dat je gaat proberen om werk als Angelina Jolie te krijgen...’
‘Dat heb ik niet gezegd!’
‘... alleen dat je de Nicola Kestle die ík beroemd heb gemaakt niet meer bent.’
Ze was niet langer het product dat hij blijkbaar beroemd had gemaakt. Eerlijk gezegd had ze altijd min of meer het gevoel gehad dat hij alleen op haar succes was meegelift toen het haar was gelukt om de rol in Duet te krijgen. En toen de vaart eruit was, was hij uitgestapt.
‘Wie ben ik dan?’ Ze ving zijn blik op en hield die vast. ‘Serieus, Mike, wie ben ik als ik mezelf niet ben?’
Hij kreunde en verstrengelde zijn vingers, maar hij ontweek de vraag niet. ‘Dat is moeilijk te zeggen, Nic. Jouw pluspunt was je uitstraling als schattig buurmeisje met een etnische charme. Nu zie je eruit als iemand anders. Je bent een mooie vrouw,’ voegde hij er haastig aan toe. ‘Maar niet meer het schattige, etnische buurmeisje. Het meisje van Duet. Hoe moet ik je nu verkopen?’
‘Op dezelfde manier als je altijd hebt gedaan. Als een actrice.’
Hij lachte ronduit om haar opmerking. ‘Schat, dat is in deze tijd gewoon niet mogelijk. Je moet iets hébben, en in het ideale geval is dat iets waarmee iedereen je identificeert. Begrijp me niet verkeerd, je ziet er prachtig uit, maar voor zover het de filmindustrie betreft begin je weer bij nul.’
Dit was onbegrijpelijk. ‘Waar heb je het over? Ik realiseer me dat ik Jennifer Aniston niet ben, maar ik heb een naam. Mensen weten wie ik ben!’
Hij pakte zijn glas. ‘Niet meer.’ Hij nam een slok.
Dit ging heel anders dan ze had verwacht. ‘Maar ik heb alleen een kleine neuscorrectie gehad.’
Hij snoof. ‘Met een enorme verandering tot gevolg.’
‘Je zei dat ik die verandering nodig had!’
Hij haalde zijn schouders op. ‘Je hebt gelijk. Dat heb ik gezegd. Ik herhaalde alleen wat ik had gehoord. Maar, liefje, je lijkt niet meer op jezelf. Dat is heel anders dan een kleine verandering waardoor je eruitziet als een verbeterde versie van jezelf.’ Hij nam weer een slok. ‘Je bent onherkenbaar veranderd.’
Wat kon ze daar tegen inbrengen? Haar eigen oma had haar niet eens herkend.
‘Je zegt dus dat ik weer helemaal opnieuw moet beginnen. Wil je die uitdaging niet aangaan?’
Hij legde zijn hand plat op tafel en kantelde hem van de ene kant naar de andere. ‘Een totaal onbekende actrice van een bepaalde leeftijd. Dat maakt het moeilijk.’
Ze kreunde. ‘Dus nu ben ik oud én anoniem.’
Het was een vergissing geweest. Het was een enórme vergissing geweest. Eigenlijk had ze dat geweten zodra de zwelling begon te verminderen en de omvang van wat ze had gedaan duidelijk werd. Ze had zo graag mooi willen zijn – en dat was ze nu – dat ze niet had nagedacht over alle consequenties. De mogelijkheid dat ze niet langer opviel, de mogelijkheid dat ze geen ‘bepaald type’ meer was.
En tot overmaat van ramp had ze, naarmate ze langer rondliep met haar kleurloze mooie uiterlijk, steeds minder het gevoel dat ze een eigen identiteit had.
‘Je ziet er fantastisch uit voor je leeftijd,’ zei Mike, die blijkbaar dacht dat hij haar daarmee opbeurde.
De frustratie verstikte haar woorden. Wat kon ze doen? Wat kon ze zeggen? Ze was kapot, maar ze wist dat het dagen, misschien zelfs weken zou duren voordat de tranen kwamen.
Ze was door een verrassend hevige fysieke hel gegaan, gevolgd door een aanhoudende emotionele hel, omdat Mike – en belangrijker, alle castingmanagers in Amerika – hadden gezegd dat ze geen verkoopbaar uiterlijk had.
Ze had haar uiterlijk dus veranderd.
In overeenstemming met hun wensen.
En nu was ze niemand.
‘Zorg dat ik audities krijg,’ zei ze kalm, maar vastberaden. ‘Ik heb gedaan wat je tegen me hebt gezegd, nu is het jouw beurt.’
‘Ik heb niet tegen je gezegd dat je een anonieme actrice van wie er dertien in een dozijn gaan moest worden, ik heb alleen gezegd dat je iets aan die gok van je moest laten doen.’
Ze wilde er niets meer over horen. ‘Daar beslis jij niet over, Mike. Daar gaan mensen over die veel machtiger zijn dan jij. Bezorg me de audities, dan werk ik vanaf dat punt verder.’
‘Maar...’
‘Ik meen het. Je hebt niets te verliezen en alles te winnen. Bezorg me de audities.’ Ze haalde adem. ‘Regel het. Ik zal je niet teleurstellen.’ Of mezélf, voegde ze er in stilte aan toe.
Voorál mezelf.
==
‘Niet iedereen kan medelijden met zichzelf hebben omdat ze mooi is,’ zei Holly een paar dagen later tegen Nicola aan de telefoon. ‘Als dit om iemand anders ging, zou ik absoluut geen geduld met je hebben.’
‘Toe nou, Hol, je mist het punt waar het om gaat. Wat er nu aantrekkelijk aan me is, is haalbaar voor iedereen die daar tienduizend dollar voor overheeft.’ Nicola meende het. Ze was zich er heel erg van bewust dat de operatie haar in iemand anders had veranderd en ze kon niet meer erkenning opeisen voor haar nieuwe uiterlijk dan ze erkenning kon opeisen voor het vakmanschap waarmee haar Mark Jacobs-laarzen waren gemaakt.
Het was allemaal het werk van iemand anders. Zij oogstte alleen de voordelen, dat was alles.
‘Maar waarom sta je jezelf toe om je daar rot over te voelen?’ Holly klonk ongeduldig. ‘Dat is ongelofelijk stom!’
Het was niet stom. Het was alleen verdrietig op een manier die iemand die het niet had meegemaakt niet kon begrijpen.
‘Hij stuurde die fles champagne niet naar míj, hij stuurde hem naar de vrouw die in het restaurant zat. Als die vrouw mijn vroegere gezicht had gehad, dan had hij haar geen tweede blik waardig gekeurd.’
‘Je bént de vrouw die in het restaurant zat. Die vrouw ben je nu.’
‘Niet echt.’ Ze moest het uitleggen. ‘Dat is het punt. Ik líjk op haar, maar ik bén haar niet. En het geeft me een rotgevoel dat er alleen een mooi gezicht voor nodig is om gratis champagne en goede tafels in restaurants te krijgen en, jezus, voorrang te krijgen in het verkeer. Dat vertelt vrouwen die net als ik niet zijn geboren met klassieke, mooie gelaatstrekken dat ze niet volwaardig zijn.’ De tranen brandden in Nicola’s ogen en ze was blij dat Holly haar niet kon zien. ‘Op het moment dat ik de champagne van die man accepteerde, had ik medelijden met de vrouw die ik echt ben, een vrouw voor wie niet werd geremd in het verkeer, en die al helemaal geen fles champagne van tweehonderd dollar kreeg.’
‘Oké, ik weet dat dit niet alleen om de champagne gaat. En je hebt gelijk dat het niet eerlijk is. Uiterlijk is belangrijk, en dat is waardeloos. Gelóóf me, ik weet dat het waardeloos is.’
‘Holly, je bent niet...’
‘Je hoeft me geen peptalk te geven. Ik zit midden in een betoog. En dat betoog is dat je je uiterlijk moet accepteren en dat het niets te maken heeft met wie je echt bent. Als een man in een restaurant dat denkt en jou een fles champagne stuurt, wees dan blij dat je slim genoeg bent om ervan te genieten, ook al weet je dat zijn bedoelingen waardeloos zijn en je niet met hem uit wilt.’
Nicola lachte. ‘Ik heb het opgedronken.’
‘Alles?’
‘Tot de laatste druppel.’
‘Zuiplap.’
‘Ik weet het.’
‘Goed van je, maar ik wilde dat je er meer van genoten had en dat je je niet zo rot had gevoeld tegenover de arme oude Nicola met de grote neus.’
Nicola zuchtte. Dat klopte helemaal en ze wist niet hoe ze daartegen moest vechten. ‘Ik heb vanochtend gehoord dat ik de rol in een nieuwe komische tv-serie niet heb gekregen omdat ik te knap ben.’
‘Wat?’
‘Mike, mijn agent, belde me vanochtend om me te vertellen dat de castingmanager van de komische tv-serie waarvoor ik auditie heb gedaan – nadat hij speciaal naar mij had gevraagd – me heeft afgewezen omdat ik te mooi ben. Hij zei dat hij zocht naar iemand met een – ik citeer – “alledaagser uiterlijk omdat het karakter” – ik citeer – “op late leeftijd trouwt” en – ik citeer – “nu zwanger probeert te raken”. Met andere woorden, iemand die zo lelijk is dat niemand met haar wil trouwen tot het te laat is om nog een baby te krijgen.’
‘Wilde je de rol?’
‘Absoluut. Er zit fantastisch materiaal in over zwanger proberen te raken. Het kan heel leuk zijn als het op de juiste manier wordt aangepakt.’
‘Dan spijt het me dat je de rol niet hebt gekregen.’
Nicola deed haar ogen dicht en haalde diep adem. ‘Dat is niet het enige. Ik heb de moederrol in een nieuw tienerdrama ook niet gekregen.’
‘Een móéder? Van een tíéner?’ Holly lachte spottend. ‘Ja, hallo, daar was je natuurlijk niet oud genoeg voor.’
‘Geloof je dat? Kelly Rowan was zevenendertig toen ze de moeder van de vierentwintigjarige Adam Brody in The OC speelde. In dit vak ga je in tien jaar tijd van onschuldig meisje naar moeder.’
‘Waarom wilden ze je niet voor die rol?’
Nicola lachte. ‘Ze zeiden dat ik te jong was.’
‘Te jong, te mooi, te oud, te lelijk...’ Holly maakte een geërgerd geluid. ‘Ik snap niet hoe je het volhoudt om in dat vak te zitten. Ik snap het echt niet.’
‘Het verschilt niet zo heel veel van het echte leven, als je erover nadenkt. Misschien is het iets intenser, iets hardvochtiger, maar vrouwen worden in de echte wereld altijd beoordeeld en daarna geaccepteerd of afgewezen.’
‘Dan moet je blij zijn dat het oordeel nu in jouw voordeel uitvalt.’
‘Ik ben boos dat het bestaat! Ik ben boos dat mensen – vooral mannen – denken dat ze het recht hebben om vrouwen te behandelen zoals ze willen, afhankelijk van het beeld dat ze van hen hebben.’
‘Je zit te lang in LA,’ zei Holly. ‘Je bent het contact met de echte wereld kwijtgeraakt. Het is lang niet zo erg als jij denkt.’
Nicola was het niet met haar eens. ‘Een keer...’ Ze haatte de herinnering. ‘... toen ik een jaar of negentien of twintig was, reed ik in Arlington. Ik was op weg naar mijn moeder. Ik herinner me dat heel precies omdat ik net was gedumpt door Todd Kampros en me afschuwelijk voelde. Maar goed, ik kwam bij een kruising en was daar een fractie van een seconde eerder dan een man in een bestelauto. We stopten allebei en ik trok op omdat ik, zoals ik al zei, daar als eerste was. Hij begon op hetzelfde moment te rijden, wat ik niet meteen in de gaten had. Hij moest remmen en toen ik naar hem keek, gooide hij zijn armen in de lucht en schreeuwde: “Wat ben jíj ontzettend lelijk!”.’
Alleen al door eraan terug te denken voelde ze een steek in haar borstkas. Dat ‘ontzettend’ was het breekpunt geweest. Ontzéttend lelijk. Niet gewóón lelijk. Niet onaantrékkelijk. Erger dan ontzettend lelijk kon bijna niet. Het was verreweg het ergste dat hij had kunnen zeggen en verreweg het slechtste moment om het te horen, en hoewel de man de adem die ze verspilde door het verhaal te vertellen niet waard was, had ze de afgelopen dertien jaar zo vaak aan hem gedacht dat hij een eigen hersencel in haar hoofd had kunnen hebben.
‘Alleen “wat ben jij ontzettend lelijk”, alsof het een volkomen redelijk oordeel was en hij het volste recht had om dat te zeggen.’
‘Dat is afschuwelijk.’ Holly’s stem brak. ‘Die vent was gewoon een grote klootzak met een kleine pik.’
Hierom hield Nicola van Holly. Ze verdedigde Nicola altijd vurig, en ze maakte haar altijd aan het lachen terwijl ze dat deed.
‘Ik weet het. Daarom is het zo belachelijk dat hij nog steeds in mijn herinnering zit. Er is duidelijk heel veel mis met een man die zich bij een kruising zo afreageert op een vreemde. Maar hoewel hij gewoon een enorme hufter was, deed het toch pijn. Het is onzin dat je niet gekwetst kunt raken door iemand voor wie je geen respect hebt.’
‘Je hebt gelijk.’
‘Ja?’
‘Eh, ja. Ik wilde dat het niet zo was, maar je hebt gelijk. En toch bevestig je mijn punt een beetje. Het zou ideaal zijn als je geen speciale behandeling kreeg, alleen omdat je nu mooi bent, maar als je de onzin accepteert dat je zogenaamd lelijk was – en die onzin heb je jarenlang geaccepteerd, want je hebt het jaren met je meegedragen – waarom zou je dan de voordelen van het mooi zijn niet accepteren?’
Dat klonk interessant. ‘Misschien heb je gelijk.’
‘Ik weet dat ik gelijk heb. Het zou geen invloed mogen hebben op wie je echt bent.’
Dat was ook waar. Ze legde de complimentjes naast zich neer, dus waarom stond ze dan onmiddellijk klaar om zich wel iets aan te trekken van de beledigingen? Ze had echter geen tijd om zich daar op dit moment in te verdiepen.
‘Dat zeg je alleen maar omdat ik zo betoverend ben,’ grapte ze.
‘Natuurlijk. Je denkt toch niet dat ik al die wijsheid aan een lelijke, oude koe verspil?’
‘Natuurlijk niet.’ Nicola glimlachte. Holly zorgde er altijd voor dat ze zich beter voelde. ‘Vertel me eens, wijze vrouw, wat er in jouw leven gebeurt? Is al deze goede raad het gevolg van een gelukkige preverloving?’
‘Ik heb het zo druk gehad dat ik niet eens tijd heb om over de verloving na te denken.’
‘Echt niet?’ Dat was interessant, maar Nicola wist dat ze voorzichtig moest zijn. ‘Dus de galerie gaat goed?’
‘Abnormaal goed. Anders verkopen we alleen zoveel in de kerstperiode of tijdens het Cherry Blossom-festival, maar sinds we de exclusieve rechten hebben van een artiest die net bij Oprah is geweest, hebben we het razend druk.’
‘O mijn god, heb je het over die vrouw die haar eigen haar als een schilderskwast gebruikt?’
‘Rapunzel in eigen persoon.’
‘Geweldig!’ Nicola’s telefoon piepte, ze werd gebeld. Ze keek naar de display en zag dat het Mike was. Ze had tegen hem gezegd dat ze hem zou ontslaan als hij haar vanmiddag niet belde met drie audities. Op dit moment kon ze niet voorspellen wat het zou worden. ‘Ik moet ophangen,’ zei ze. ‘Ik bel je later terug, goed?’
‘Als je tijd hebt,’ zei Holly. ‘Dag!’
‘Dag.’ Nicola schakelde over. ‘Mike.’
‘Jezus, ik háát die nummermelders.’
‘Ga je erdoor twijfelen aan alle meisjes die “niet thuis zijn” als je belt?’
‘Heel grappig. Luister, ik heb een paar audities voor je. Jij geeft me een ultimatum, dus doe je ze op het tijdstip dat ik heb afgesproken. Ik mail je de details. Ik heb nog iets interessants voor je. Ed Macziulkas belde naar kantoor omdat hij wil dat je auditie doet voor een Nicola Kestle-rol, wat vind je daarvan?’
‘Neem je me in de maling? Zei hij dat echt?’ Het schoot haar te binnen dat ze er niet meer uitzag zoals vroeger, maar dat was ook het geval geweest als ze geen neuscorrectie had gehad. Ze was inmiddels ouder. Hopelijk vond hij dat ze er beter uitzag.
‘Dat waren zijn exacte woorden. Het lijkt erop dat de scenarioschrijver jou in gedachten had toen hij de rol schreef. In elk geval moet je daar opdraven.’
Haar hart bonkte. Dit was het beste nieuws dat ze in járen had gekregen. ‘Mijn kans om die rol te krijgen lijkt dus vrij groot.’
‘Jezus, schat, dat weet je nooit. Maar, ja, als hij een Nicola Kestle-rol heeft, lijk je een voorsprong op de rest te hebben. Hou je e-mail dus in de gaten en dan spreken we elkaar later deze week.’
‘Goed.’ Ze kon de opwinding in haar stem niet verbergen. Ze wilde het niet eens proberen. Voor het eerst in een oneindig lange tijd voelde ze zich optimistisch. ‘Mike?’
‘Ja?’
‘Bedankt.’